Beerling en De Gids
In de jaren dat ik lid was van de redactie van De Gids, dus van 1960 tot heden, schreef Beerling voor De Gids elf artikelen. Soms op verzoek van de redactie, want hij behoorde tot onze graag gelezen auteurs. Soms op eigen initiatief, want hij hield van De Gids. De onderwerpen waren:
Vervreemding (1961), Merleau-Ponty (1963), Denken over de dood (1966), Leven alsof God bestond (1972), Oefeningen in Wittgenstein (1974), De tijd, ons een zorg (1974), Nietzsche en Hegel, bien etonnés (1975), Tekst en uitleg - onvergeelde dagboekbladen (1977), Massa, macht en geweld, over Elias Canetti (1977), Profession de non-foi (1978), Marx en Husserl (1979).
In het laatste artikel schrijft hij: ‘Filosofen zoeken moeilijkheden’. En inderdaad, hij heeft het zich in al deze artikelen, tezamen 123 bladzijden (een boek), niet gemakkelijk gemaakt. Als een goed onderwijzer attaqueerde hij moeilijke thema's en bracht verheldering, meestal op onverwachte wijze.
Het blijkt dat hij de grenzen van zijn gebied, de wijsgerige sociologie, gaarne overschreed, vooral in de richting van de religie, de psychologie en de kennisleer. Hij deed dit op zulk een vanzelfsprekende wijze dat het nauwelijks opviel. Maar hij overschreed nimmer de grenzen van zijn persoonlijke betrokkenheid. Hij was in elke alinea te herkennen.
Zijn heengaan is niet minder dan voor Wijsgerig Perspectief ook voor De Gids een gevoelig verlies. Zozeer stond hij in het midden van het leven, zo intensief reageerde hij op het gebeuren van zijn eigen tijd dat zijn werk nog lange tijd zijn waarde blijft behouden. - (dF) |
|