De Gids. Jaargang 141(1978)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 372] [p. 372] Jacques Hamelink Acht gedichten Bloemblad Het gewicht van feiten heeft me nooit overtuigd en doet dat elke dag weer iets minder. Hun zwaarte bewijst alles, dus niets. Het bloemblad dat langszweeft en geen enkel gewicht heeft blijkt als ik beter kijk een koolwitje, en dat bewijst ook niets en wil ook niets bewijzen maar is genoeg voor het voortbestaan van mijn gefascineerdheid. Spreeuw Staande op het bordes, de gootrand, graaft Velimir I Spreeuw in zijn veren, kan de geschreven tekst niet terugvinden en vaardigt voor de vuist weg, ripolin tipit liriritin, een kleine priemende oekaze uit. De morgenwereld is voor hem met stem. [pagina 373] [p. 373] Reiger met het rietpenseel De winterreiger, bedaagd zinbeeld van het lange leven, wuift maar weer eens het gewicht weg van zijn wiekslag, checkt - richting volgend stekje - zijn blikveld nog even: vlimt daar nou toch iets vissigs? De kop gespitst, met slepende poten taxiet hij een paar tellen, staat dan wat verderop langs de plas, gesleten schrift- teken, afnemend in de winddag. Zeelt De aak waggelt, de aak hobbelt verder en altijd jacht het gras, jacht het riet; oevers, gedurige oevers van saffier en onweer, bied de boodschapper in het judaswater dan tenminste je iris, dat hij die voor de regenboog aanziet. Roos Volle roodlippige roos, liefde van gisteren die had moeten verregenen, die de storm had zullen meegrissen: je dodeint nog steeds. Ik moet mij van je losmaken maar ik sta in je verdiept als in een kus. [pagina 374] [p. 374] Wilg Donkere zonder einde buigende wilg van lang voor de regen, wat wil je me overbrieven, aan de luwte van welke liefde wil je wit schuimend hart, net als ik, gevolg geven? Met mijn ogen dicht zie ik je bewegingen, heel mijn gebed is wind. Orfeus slapend Vreemd klopt, nu hij er nog niet is, onder-de lauwerkrans de beet aan je slaap, citerspeler. Onder rijpe muren hunkert de dromende tong van de slang ook zo. Aude De mens en zijn wolk: het eenzaam gevecht van een hand met een vleugel, om een wak licht, een veld tarwe, wat dovenetels, een perspexdruppel van dauw, een klaproos. Vorige Volgende