De Gids. Jaargang 140(1977)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 414] [p. 414] Theo de Jong Twee gedichten Dieren Vreemd zijn mensen. Hun ingespannen angst, hun panisch plezier. De bankwerker verarmt, de bankier zit op een stoel. Hun handen zweten zeep, hun vrouwen geloven nog aan stof. Hun ogen neigen naar ontwijking. Ieder doet anders hetzelfde, een knop om te lachen, een plaat om te huilen, een baan voor morgen, een kind voor gister. Met de tijd van het geld wordt bij hoog en bij laag het zoeken verzopen. Onbewogen De afgrond omhoog geschoten tot vlak voor mijn voeten wenkt, waarschuwt. Steeds dichterbij duizelen schaduwen in de bedding, steeds verder rekt mijn blik. Een ekster schettert. Zo sterk de stilte dat geen beweging meer kan. Vorige Volgende