De Gids. Jaargang 139
(1976)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
[pagina 194]
| |
Vader
zelden dravend
achter de goede gaven
van het verleden
hoe goed? hij weet ze
na te meten
meetbaar zijn krimpende plek
vlak van voeten op bodem
de lijn van schedelpan en dak
de keel zich klemmend
rond een staaf van lucht
silicose wuifde de pneumatische
hamer hem toe
ontredderend zijn stenen borst
een vrouw streek
de wind op
van ver garen
spon hij haar hoofd
en ook nog een tweede
dat weeft haar
steeds groter.
al past een kind
als gave haar huid
geen vouw beloopt
deze ooit: het
hoofdje verstrijkt
haar met hele hand
| |
[pagina 195]
| |
Zelfportret in as
‘freilich ist es wieder lyrik geworden’ - webern Hij staat geheel tevreden
in het gat van de deur
met een hoge noot in zijn keel
de grens lijkt bereikt
de waanzin op zinnige wijze
in vegen as op witte muren
achter hem uitgedrukt
de wolkjes van zijn sigaar
zet hij in namen om, kreeftsomkering
van de allereerste
en laatste
een vaste baan
van ingewijde taal
nietsvermoedend vult hij
een kinderkamer met as en de tijd
van zijn krimpende corona
happend naar lucht
terwijl hij terugloopt,
naar binnen strompelt
|
|