De Gids. Jaargang 137(1974)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 272] [p. 272] Willem M. Roggeman Vier gedichten Liefdegedicht Ik weet dat je mooi dood zal gaan. Met een glimlach om je lippen b.v. of met een bloem in je hand. En in de volgende dagen zal het stof wat dikker liggen op de vensterbank. Het zal heel mooi weer zijn. Mooi en hard blauw. Ik zal rondlopen met vreemde gedachten en het hoofd nog wat dieper tussen de schouders. Dan komt er een troostend woord van iemand van wie je het nooit had verwacht. En verder zal alles blijven bij het oude. [pagina 273] [p. 273] Matinaal Ontroerend is het witte porselein van stopcontacten en telefoonpalen ja maar onbeschrijfelijk wordt de emotie zo vlak voor het ontbijt bij het stollen van ontsnapt eiwit in kokend water Op een frisse morgen Tussen het gras van dit landschap leg ik woorden neer als boom, koe en middagzon. Hartverwarmend is dit laatste, net een gedicht dat ik angstvallig bewaar als een herinnering voor later, voor veel later. [pagina 274] [p. 274] Gedicht om voor te lezen bij het aanvatten van vredesonderhandelingen Wat je aan illusies verloor, won je aan gewoonten. Kijken naar de weerspiegeling van de schemerlamp in het raam. En dan plots heel duidelijk weten: bij valavond voelen je handen zachter aan. Dit is het ogenblik waarop je weer durft denken aan iets heel gewoons. Aan rozen of zo. Vorige Volgende