De Gids. Jaargang 136(1973)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] H.C. ten Berge Twee gedichten Vogel In zijn vlucht overvleugeld is raaf van de rotsen getuimeld ik deel in het licht dat hem zwartmaakt hij deelt in mijn armoe en schrokt droge huidschilfers ik schraap schrale taalexcrementen aan de voet van het steen vreet de wind zich naar binnen niets dat hier niet wordt gebeten hij klapwiekt al door het bewustzijn: stip in het bergachtig brein ik roep maar hij rooft mijn bebloede verbeelding ik monster omwolkte gedachten hij schiet in versluierd terrein dan schep ik lucht en verdwijn zijn snavel vervaagt mijn tekst wordt doorschijnend steeds legere plekken met licht volgestroomd [pagina 146] [p. 146] kreten verijlen taal dunt al uit wordt de raaf door de beer op de hielen gezeten? [pagina 147] [p. 147] Ursus arctos (I) Geen fruit, dus een fistel stond aan het water die zweer te betasten opzij, tussen stenen en rode papaver een poetsende gors naast de muggenverslinder. kon je niet zien in de bries uit straat davis zon op het kiezelstrand zon in mijn ogen het verre azuur van de deining de voetzool in zilver gedoopt blink van veelkleurige vlekken - kobaltblauwe bergen dreven de baai in; kon je niet zien door het opkomend tij, jij, in je boot, toen dichtbij- of je druipend van licht uit de voedseltrog oprees doorschenen beeld van een vrouw: bovenlijf bloot lange vlechten en brede schoot, broedplaats van sedna waar je naar wees en ik was de beer die zijn ballen uitwierp als aas voor de dochter der zee Vorige Volgende