[Annie Romein-Verschoor
Luiheid - stimulans van de Geest, Vlijt - zijn hofnar (vervolg)]
minder hard werkten dan onze kinderen en die weer minder dan onze kleinkinderen, die op de middelbare scholen werkuren maken waar een volwassen arbeider voor zou bedanken. En nu spreek ik nog niet eens van de tijd en de spanning, die het naar en van school komen in het (stads)verkeer kost. Wij gingen spelend naar school; kom daar nu eens om! Ik zou het dan ook een treurig verschijnsel vinden wanneer de pressiegroepen enige steun voor een actie tegen een rationele (of zo rationeel mogelijke) spelling zouden krijgen van vakverenigingen.
Nog één vraag aan de deskundigen: in hoeverre komen de herhaalde spellingswijzigingen in onze eeuw voort uit de vernieuwingsdrift van de vernieuwers of uit de door het behoud opgedrongen compromissen?
Ik gun iedere schrijver, die over de vermogens daartoe beschikt, de kracht om twaalf uur per dag achter zijn bureau te zitten, spelend met zijn taal en met welke spelling dan ook. Maar laten we in een wereld waarin ieder de mechanisatie aangrijpt om zijn arbeid te vereenvoudigen, bedenken dat de schrijvers maar een verdwijnende minderheid van de schriftgebruikers zijn en de kinderen de grote meerderheid, dat alle overtollig werk, zeker dat wat we anderen opleggen, zonde tegen de heilige geest is en een valse wissel op de paradijsvloek en dat de wereld te midden van al zijn gerief aan vlijt ten onder dreigt te gaan.