Biografische notities
BERTUS AAFJES. Publiceerde verzen uit zijn eerste bundel in het mede door Ed. Hoornik geleide tijdschrift Criterium en was, vooral in de jaren '40 huisvriend van Hoornik die toen woonde in de Stadionstraat.
HANS ANDREUS. Leerde Ed. Hoornik persoonlijk beter kennen in 1960 toen hij schuin tegenover hem woonde aan de Prinsengracht; was enkele jaren poëziechroniqueur van De Gids.
G. VAN BENTHEM VAN DEN BERGH. Sedert 1968 mederedacteur van De Gids.
J. BERNLEF. Trouwde in 1960 met Eva Hoornik, werkt sedert 1966 als poëzie-chroniqueur aan De Gids mee.
D.A.M. BINNENDIJK. Leerde Ed. Hoornik in 1937 kennen, werkte mee aan de door Hoornik geleide tijdschriften Criterium en Delta. Schreef kritieken en beschouwingen over de poëzie van Hoornik in De Groene (1938), Groot Nederland (1941), de N.R.C. (1948) en in de Kroniek van Kunst en Kultuur (1952).
W. BLOEMENA. Directeur van Meulenhoff N.V., de uitgeverij waar Ed. Hoorniks belangrijkste naoorlogse werk verscheen. Tevens uitgever van De Gids en het door Hoornik geleide Engelstalige blad Delta.
W.L. BRUGSMA. Na hun gezamenlijk terugkeer uit het concentratiekamp Dachau, één van Ed. Hoorniks huisvrienden op de Prinsengracht.
J.J. BUSKES. Tot wie Ed. Hoornik zich, door beider bewondering voor het werk van H.M. van Randwijk, zeer voelde aangetrokken.
A.L. CONSTANDSE. Sedert 1962 mederedacteur van De Gids en door Ed. Hoornik zeer bewonderd als publicist en vriend. Werd in 1962 door Hoornik als Gidschroniqueur aangetrokken.
PIERRE H. DUBOIS. Werkte vooral in de jaren voorafgaande aan de tweede wereldoorlog nauw met Ed. Hoornik samen in onder andere het tijdschrift Criterium.
JACOBA EGGINK. Leerde Ed. Hoornik persoonlijk kennen toen hij als redacteur in 1948 haar bundel Tussen Euphraat en Tigris opnam in de Heliconreeks. Had later als secretaresse van de Vereniging van Letterkundigen veelvuldig contact met Ed. Hoornik en diens vrouw.
DICK ELFFERS. Kende Ed. Hoornik reeds tijdens de tweede wereldoorlog en werkte sinds de oprichting van het Engelstalige tijdschrift Delta (1958) nauw met hem samen in de redactie van dit blad.
A. DE FROE. Sedert 1961 mederedacteur van De Gids. Met hem voelde Ed. Hoornik zich zeer verbonden door hun eendere belangstelling voor de doodsproblematiek.
RUDOLF GEEL. Werkte sedert september 1967 in het secretariaat van De Gids nauw met Ed. Hoornik samen.
SYBREN R. DE GROOT. Sedert 1965 mederedacteur van De Gids en samen met zijn echtgenote vaste bezoeker van Ed. Hoorniks woning aan de Prinsengracht.
LEO HARING. Werd door Ed. Hoornik in de maanden voor diens dood in de literatuur geïntroduceerd en debuteerde in december '69 met gedichten in De Gids.
GER HARMSEN. Tot wie Ed. Hoornik zich door Harmsens kennis van het marxisme en de geschiedenis van het socialisme zeer voelde aangetrokken.
JAMES S. HOLMES. Was samen met Hoornik oprichter van Delta. Thans poëzieredacteur van dat blad.
EVA HOORNIK. Eén van Ed. Hoorniks tweelingdochters, die in 1968 debuteerde als romanschrijfster.
WIM HORA ADEMA. Sedert 1936 bevriend met Ed. Hoornik, met wie zij tot 1941 nauw samenwerkte in de redaktie van het Algemeen Handelsblad en met wie zij onder beider naam drie jeugdboeken publiceerde.
WIM HIJMANS. Werd door Ed. Hoornik aan het einde van de jaren '40 tijdens diens redacteurschap van Vrij Nederland in de journalistiek geïntroduceerd.
MARTIEN J.G. DE JONG. Schreef in de jaren '60 een aantal studies over Ed. Hoorniks werk en raakte vooral door de gezamenlijke bewondering voor de poëzie van Gerrit Achterberg met Hoornik bevriend.
DIRK KROON. Had, nadat hij in 1968 een dag met Ed. Hoornik op de Boekenmarkt in de RAI had gestaan, regelmatig contact met de dichter.
DANIËL DE LANGE. Sedert 1966 mederedacteur van het door Ed. Hoornik geleide Engelstalige blad Delta.
K. LEKKERKERKER. Was van 1959 tot en met 1964 secretaris van de redactie van De Gids. Vriendschap met Ed. Hoornik sinds 1937.
PIET MALIEPAARD. Kampvriend uit Vught en Dachau van Ed. Hoornik.
HANS, VAN MARLE. Mederedacteur van Delta. Had in die functie zeer geregeld contact met Hoornik.
W.J. VAN DER MOLEN. Was vooral in de jaren na zijn debuut als dichter (1946) regelmatig bezoeker van Ed. Hoorniks woning op de Willemsparkweg.
HARRY MULISCH. Behoorde sinds het begin van de vijftiger jaren tot de huisvrienden van Ed. Hoornik.