[Gidscommentaar]
Ook het ongelooflijke kan gebeuren. Sinds 1964 bestaat er in Brazilië een walgelijke militaire dictatuur, die een jaar geleden ook nog het laatste masker der quasi-democratie afwierp. Geen grondwet, geen parlement, geen ‘habeas corpus’, geen persoonlijke vrijheid... maar wel Nederlandse financiële en technische bijstand. Toen dan het katholieke kamerlid de heer Kleisterlee het vreemd vond dat zijn roomse minister Luns naar dit land steeds meer geld, goederen, deskundigen en vrijwilligers bleef zenden, stelde hij enige netelige vragen aan zijn regerende partijgenoot. Deze (de heer Luns) wist van niks. ‘Er is geen bevestiging verkregen van een systematische schending van de fundamentele mensenrechten’, zo verklaarde hij op 10 oktober. Tijdens een persconferentie op diezelfde dag gaf hij ook nog enig commentaar op de massamoorden op Indianen in het Amazonegebied. Die waren blijkbaar wel gepleegd, maar zonder voorkennis of goedvinden van de Braziliaanse regering, aldus de bewindsman, die sterk is in een bepaald soort grapjes.
Misschien is het nuttig eraan te herinneren dat de Braziliaanse vliegvelden alle bezet zijn door militairen en dat er geen vliegtuig met napalm en bommen (waarmee Indianen zijn uitgeroeid) kan opstijgen zonder kennis van deze controleurs. Maar bovendien: is het geen schending der mensenrechten als alle grondwettelijke rechten van burgers onbewimpeld worden opgeheven? In Brazilië zijn er duizenden zonder vorm van proces gearresteerd. Honderden politici en intellectuelen zijn van hun burgerschapsrechten voor tien jaar beroofd: zij zijn nog onderdanen, geen burgers meer. Een strenge censuur maakt elke informatie (actief of passief) onmogelijk. Het meeste wat er gebeurt wordt doodgezwegen. Er zijn voorts gebieden waar landarbeiders in horigheid leven, gebonden aan een landgoed, verplicht tot ‘gedwongen winkelnering’.
Maar dat alles is volgens de ministers Luns en Udink geen bewijs van schending van mensenrechten. In onze democratie is blijkbaar een stukje fascisme ingebouwd. - (Co)