De Gids. Jaargang 131
(1968)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
Th. Stibbe
| |
[pagina 204]
| |
misschien zelfs niet meer met dezelfde denkschema's. De arbeid, de omgeving, koopgewoonten, alles verandert, alles moet opnieuw geleerd worden.’ De sprong naar de nieuwe mens is nu nog maar klein. ‘Het thema keert geregeld weer in de preoccupaties van Castro hoe deze mens te vormen, zonder dwang, met de ter beschikking staande leermethoden, alfabetisering, onderwijs op alle niveaus, politieke scholing, - en hoe hem de middelen ter beschikking te stellen zich volledig te ontplooien ...’Ga naar voetnoot*
Cuba is anders. Het beleid is er anders, het regime is er anders, het socialisme is er anders, de politieke atmosfeer is er anders. Het is een experiment dat met geen enkel bewind ter wereld te vergelijken valt. Het geeft soms de indruk dat de hele natie een soort collectieve psychoanalyse heeft ondergaan, en daardoor al die zware psychologische barrières van de onderontwikkeling heeft doorbroken, de trauma's van het bordeel spelen voor de Verenigde Staten heeft afgeschaft.
In Richard Brooks film The Professionals zegt een gewonde strijder: ‘Revolutie, wat is dat? Als het geweld ophoudt, hernemen de politici de macht, en er blijft alleen een verloren ideaal over. Niets meer.’ Veel jonge naties zeggen het hem na. Nauwelijks ontworstelt aan de Europese dominatie bleken ze gevangen door subtielere overheersingsmethoden. Het neokolonialisme en het vaak daarmee gepaard gaande ‘neokolonellisme’, maakte een einde aan hun ontwikkelingsdromen. Bevrijding bleek nog geen vrijheid, politieke soevereiniteit nog geen onafhankelijkheid, de derde wereld nog geen derde weg. Oost-Europa verging het nauwelijks beter. Daar leerde men dat socialisatie van de produktiemiddelen nog niet hetzelfde is als socialisme. Veel communisten vochten er voor een groot idee: transformatie van de samenleving, bevrijding van de civilisatie van het geld, opheffing van de mercantiele economie. Op zijn slechtst liep het uit op stalinisme. Op zijn best creëerde men sociale zekerheid. Een vooruitgang, zonder twijfel. Maar voornamelijk uitgedrukt in termen van groeistatistieken, planificatiemethoden, produktietechnieken, niet in sociale participatie. Sartre schreef in 1950: ‘De communisten zijn schuldig omdat ze ongelijk hebben in hun manier van gelijk hebben, en ze maken ons schuldig omdat ze gelijk hebben in hun manier van ongelijk hebben.’ Voilà, het drama van de linkse intellectueel. En vandaar zijn gegrepenheid door Cuba. Het is geenszins zo dat hij zich niet realiseert hoe moeilijk de toestanden er zijn, dat hij niet begrijpt hoeveel fouten de regering er maakt, dat hij zich niet afvraagt hoeveel van Fidels idealen illusies zullen blijken. Hij ziet echter een land waar het socialisme niet een vorm van bedrijfsvoering is, maar een cultuur, een manier van werken, van voelen, van leven, waar de dictatuur van het proletariaat niet noodzakelijkerwijs de poëzie uitsluit. Wat is revolutie? Vraag het de encyclopedie en hij antwoordt: het gewelddadig omverwerpen van een regering en zijn vervanging door een fundamenteel van zijn voorganger verschillend bewind. De oude orde verdwijnt, een nieuwe wordt gebouwd. Vraag het de woelige studentenwereld en die meent: de oorlog in Vietnam, de strijd van de guerrillero's in Latijns-Amerika, de opstand in Portugees-Afrika, een nobel gevecht gevoerd tegen jarenlange vernedering, uitbuiting, onderdrukking. Vraag het Fidel Castro en hij zegt: de revolutie is de creativiteit van allen, het is een kunst. | |
[pagina 205]
| |
De beste samenvatting van de aantrekkingskracht die Cuba uitoefent op Westeuropese vooruitstrevende kringen, omdat het geacht wordt de drie definities te verenigen, werd waarschijnlijk geschreven door een man die er nooit geweest is, die niet aan het eiland dacht toen hij zijn tekst maakte, en die kort na de publikatie ervan, in 1965, overleed. Het is de Franse auteur Roger Vaillant: ‘We bevinden ons dus opnieuw in de leegte. P.S. Wanneer dit speciale Gidsnummer ter gelegenheid van de tiende verjaardag van Castro's bewind kan verschijnen, is het onder meer vanwege de grote belangstelling die er de laatste tijd voor Latijns-Amerika in ons land bestaat. Niemand heeft meer gedaan om deze belangstelling te wekken, om de interesse van het publiek door goede voorlichting te bestendigen, dan mevrouw Maria Snethlage en het, zeven jaar geleden door haar opgerichte Informatiebulletin over Cuba en de andere Latijns-Amerikaanse Landen. |
|