Dichters in dit nummer
ABRAHAM SUTSKEWER. Geb. 1913. Zoon van een rabbi in Smargon, in de buurt van de Russische stad Wilna. Publiceerde omstreeks 1933 zijn eerste gedichten. Vriend van Chagall, die zijn lange gedicht Siberia illustreerde. Tijdens de tweede wereldoorlog sloot hij zich aan bij de partizanen en nam later dienst in het Russische leger. Zijn verslag van de nazi-gruwelen in Wilna werd in 1944 in Amerikaanse kranten afgedrukt. Thans woont hij in Israël.
CHANAH MILNER. Bracht Jiddische en Hebreeuwse liederen voor radio en televisie. Hiervan gaf zij. naast andere publikaties, enkele bundels uit.
PETER BERGER. Dichter, en criticus van Het Vaderland.
MAURITS MOK. Geb. 1907. Publiceerde een aantal romans en vele dichtbundels, onder meer Kaas- en Broodspel (1938), Stormen en Stilten (1956), Vuurmerken (1960), Achtergrond (1965) en een bloemlezing uit zijn gedichten Stadiën (1967).
JAN VAN HARTEN. Geb. 1945. Debuteert binnenkort met de bundel Het ritselt.
BEN WOLKEN. Geb. 1924. Studeerde Nederlands en Geschiedenis. Was van 1961-'66 redacteur van Roeping. Schreef onder meer een aantal hoorspelen.
C.O. JELLEMA. Geb. 1936. Wetenschappelijk medewerker voor moderne Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Publiceerde de gedichtenbundel Klein Gloria en andere gedichten (1961).
BEA VIANEN. Geb. 1937 in Paramaribo. Onderwijzeres. Publiceerde onder meer gedichten in Soela en in Podium.
J.C. VAN SCHAGEN (mr. J.C.J. van Schagen). Geb. 1891. Tot 1942 werkzaam in overheidsdienst, sindsdien voornamelijk actief als graficus en letterkundige. Debuteerde in 1925 met de dichtbundel Narrenwijsheid. Publiceerde voorts onder meer Onderaards, Flarden van den wind (beide in 1946) en Zeeuwse reflexen (1953). Sinds 1963 Domburgse Cahiers.
CAREL SWINKELS. Geb. 1921. Leraar Nederlands. Verzorgde enige jaren de literaire kronieken van De Maasbode en De Linie. Publikaties: Floris en de Muzemannen (1953) en De laatste dichter (1965).
J.B. CHARLES (pseudoniem). Geb. 1910. Publiceerde aan poëzie: Zendstation (1949), Het geheim (1952), Waarheen daarheen (1954), welke bundels verzameld werden uitgegeven onder de titel Gedichten (1955), en Ekskuseer mijn linkerhand (1959). Voorts de essaybundels Volg het spoor terug (1953) en Van het kleine koude front (1962).
PETER WEIBEL. Geb. 1945 in Polen. Studeert filosofie in Wenen. Schrijft gedichten, proza en essays. Maakte verder o.a. een aantal experimentele films.