[Commentaar]
De hersenvlucht uit ons land neemt misschien - volgens mededelingen door het ministerie van O. en W. verstrekt aan de heer J. van Spaandonk (Algemeen Handelsblad van 22 juli 1967) - kwantitatief nog geen onrustbarende vormen aan. Wel echter - naar mijn mening - de voorbehoedmiddelen en remedies, ook door de heer Van Spaandonk genoemd (en naar te hopen niet van het ministerie afkomstig): samenwerking, activiteit der geleerden op slechts één enkel vakonderdeel, organisatie, lonende investeringen.
De voornaamste reden tot hersenvlucht, bij voorbeeld uit Groot-Brittannië, is juist de frustratie door administratieve lasten en betutteling door allerlei instanties. Van links tot rechts wordt verkondigd dat de wetenschap aan maatschappelijke vooruitgang - wat dat ook moge zijn - dienstbaar hoort te wezen. Dat zij een autonoom element van de civilisatie is, schijnt meer en meer vergeten te worden.
Samenwerking en organisatie zijn niet primaire voorwaarden: sommige onderzoekingen zijn ermee gediend, andere juist niet. Specialisatie in de zin van onderverdeling in kleine vakgebieden en proliferatie van feiten is al lang geen kenmerk meer van de wetenschap, integendeel, algemene methoden, vaak heengrijpend over eerst gescheiden terreinen, geven de nieuwe inzichten. Van specialisatie kan alleen gesproken worden in zoverre deze methoden geraffineerd en abstract zijn en daarom grondigheid en creativiteit vereisen. In onderwijs en onderzoek (aan de universiteit één onverbrekelijk geheel) moet deze stand van zaken tot uitdrukking komen.
Een geheel ander punt is dat, als men op praktische toepassingen uit is, men juist het vrije onderzoek moet bevorderen. Het is nu eenmaal niet mogelijk van tevoren te weten waar nieuwe gebieden van toepassing gevonden zullen worden. Het lijkt wel zo dat enige Amerikaanse industrieën dit beter beseffen dan de Europese.
De conclusie kan zijn dat, als de zogenaamde remedies tegen uitholling van het wetenschappelijk potentieel uitgevoerd zouden worden, de vlucht naar gebieden waar culturele activiteit nog vermaak kan zijn, gestimuleerd wordt. - (d G)
|
|