De Gids. Jaargang 128
(1965)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 83]
| |
Nico ScheepmakerGa naar voetnoot+
| |
[pagina 84]
| |
botweg van uitgaat dat men voor de lezer vertaalt, wie het niet kan schelen waar de vondsten vandaan komen als het resultaat maar goed is, en niet ter vergroting van de eigen glorie (wedloop met de voorganger wie de meeste punten scoort, in geheel eigen bewoordingen). Dat de drie vertalers zich niet al te veel om rijm, metrum en dergelijke hebben bekommerd is tot daaraan toe. Visser van ma yuan van Lucebert kreeg in de vertaling acht in plaats van zes regels, het rijmende gedicht Dodenherdenking, ii van Achterberg werd rijmloos in de vertaling, en Op een paar uren van Lodeizen bevat in de vertaling aanzienlijk meer woorden dan in het origineel. Erger en ergerlijker dan deze technische feilen zijn de tekstafwijkingen die de vertalers zich om vaak duistere redenen hebben menen te mogen veroorloven. Men ontkomt er niet aan die stelselmatige veranderingen in de betekenis toe te schrijven aan veertig jaar doctrinair, behulpzaam verduidelijkend geschrijf, want daar komt het in grote lijnen op neer: de vertalers hebben, al vertalend, de oorspronkelijke gedichten meteen verduidelijkt, van voetnoten voorzien, maar die voetnoten in de gedichten zelf verwerkt. Een vertaling is een tekst met uitleg, en alles wat ongewoon is, ‘onmogelijk’ is, wordt verdonkeremaand. In Lodeizens gedicht Brief van boord is de regel: ‘de bruiloft van hart en handen is mislukt’ vertaald als: ‘de handen geloven het hart niet meer’, hoewel er van rijmdwang geen sprake was. Het ongebruikelijke beeld werd vervangen door een tekst met uitleg (inclusief). Vaagheid is ook een verdienste: ‘Overmorgen komen we in Tampico aan’ werd ‘spoedig komen we in Tampico aan’, hoewel de Russen wel degelijk een woord voor ‘overmorgen’ hebben. ‘Wij gaan met 13 knoop naar Tampico’ is ook veel te exact: ‘Ons schip haast zich naar Tampico’. ‘In de dauwdrop van de maan leef ik’ wordt weggelaten, want dat kan niet. Hetzelfde verschijnsel bij Marsman, Herinnering aan Holland. De regels: ‘en in de geweldige/ruimte verzonken/de boerderijen/verspreid door het land’ werden in de vertaling: ‘Ik zie de huisjes, als eilanden, in de golven verzonken’. In ruimte verzinken kan niet, dat moesten dus golven worden. De regel: ‘dit is de ruimte waarin ik wil klinken’ werd (geen persoonsverheerlijking!) gecorrigeerd tot: ‘ik wil dat mijn gedachten hier zullen weerklinken’. Bijzonder vulgair is de vertaling van deze regels van Marsman uit De hand van den dichter, in de vertaling ‘Het lot van de dichter’ genoemd: ‘het staat niet in mijn hand gegrift; / en een hand is een leven, een lot; / ik lees slechts in fijn scherp schrift/- en dit geldt voor vroeger en later -/weinig liefde en wijn, veel water, / soms een racket, een zweep, maar/stellig nimmer een zwaard.’ De letterlijke terugvertaling uit het Russisch luidt: ‘Dat is mij niet voorbestemd; / ik heb een ander lot, / waarin veel water voorkomt, / bijna geen liefde en wijn, / en in het geheel geen zwaard.’ Zo kan ik het ook. Een merkwaardige tic is ook, dat de laatste regels in Andreus' Credo: ‘en veranderen de aarde/in de werkelijke aarde’ (te weten de dichters), gewijzigd werden in: ‘zij maken van de (een) planeet, de planeet die zij nodig hebben’. Waarom niet gewoon: werkelijke aarde? Zo kan men doorgaan. Bijgaande gedichten met hun ‘terugvertalingen’ spreken hoop ik voor zichzelf. Visser van Ma Yuan (origineel)
onder wolken vogels varen
onder golven vliegen vissen
maar daartussen rust de visser
golven worden hoge wolken
wolken worden hoge golven
maar intussen rust de visser
lucebert Visser van Ma Yuan (vertaling)
Vogels varen in de wolken,
vissen vliegen in de golven,
maar volkomen onbeweeglijk
zit de visser aan de zee.
Onder golven drijven wolken,
boven wolken stijgen golven,
maar volkomen onbeweeglijk
zit de visser er nog steeds.
| |
[pagina 85]
| |
Dodenherdenking, ii (origineel)
De collaborateurs, de snorkers van vandaag,
allang weer aan de macht, op jacht naar geld en goed,
zouden uit winstbejag die dag van goed en bloed
het liefst verdonkeremanen, kregen zij hun zin.
Nooit ging de tijd tegen het volksgeweten in.
En wat de vreemdeling moest zeggen als hij zag
dat ere dierf en geen saluut verwierf de vloed
soldaten die in onze grond begraven lag?
Die rusten op de Holterberg en bij Margraten,
wit van de kruizen, duizelend in carré geschaard,
hebben bun deel aan deze nationale dag:
halfstok boven hun stof de Nederlandse vlag;
dat wij de vrouwen, waar ter wereld, niet vergaten,
door wie zij lang over de zee zijn nagestaard.
gerrit achterberg Wassende breedte (origineel)
Met glas en lak en nikkel afgedekt,
kijken mijn opel-ogen in het rond.
De wereld heeft nergens een open wond,
zover mijn blik lange ovalen trekt.
Landschappen worden langzaam opgewekt,
krijgen reliëf, staan scherp op de voorgrond,
blijven ten achter en zijn avondstond
wanneer wij stoppen bij de lichte plek
van het hotel, een eiland in de nacht.
Diep in de slaap verschijnen boom en beek,
brokstukken van de weg, maar stil gezet
en zeer vergroot; iemands geboortestreek,
waaraan hij elders nooit meer had gedacht,
om nog op tijd te komen voor daarnet.
gerrit achterberg Dodenherdenking (vertaling)
De hedendaagse demagogen,
verraders, strevers naar de macht, -
jagend op geld en goederen
wassen in andermans bloed hun handen
en maken wat zij willen buit.
Maar de tijd zal eeuwig werken voor het volk...
Waaraan zou nu de vreemdeling denken
wanneer hij zag dat de herinnering aan
onze begraven soldaten niet meer wordt bewaard?
In Margratens aarde, op de Holterberg,
rusten zij onder de witte kruisen
als deelnemers aan de herdenkingsdag.
Boven hen waait, vanaf hemelse hoogte,
de Nederlandse driekleur halfstok,
opdat wij, de vrouwen die hier leven,
hen niet zullen vergeten, dank zij wie
onze trotse vlag boven alle zeeën wappert.
Wassendehorizon (vertaling)
Door het dikke glas kijken de auto-ogen
de nachtelijke wereld in.
Hun onrustige blik, wegsnellend in de verte,
tekent licht-ovalen voor me uit.
Landschappen ontwaken rondom,
krijgen meer reliëf, wassen aan...
Maar opnieuw wijken zij terug in 't duister
als plots de lichten van 't hotel opvlammen.
De slaap omhult de bomen en de velden.
Geen mens te zien. Niets dan de nacht
ontmoeten de autolampen op hun weg.
Iemands geboortestreek! Maar lang geleden
is hij hier al vandaan gegaan
om nooit meer terug te keren.
| |
[pagina 86]
| |
Op een paar uren (origineel)
om wat muziek
te maken heb ik
zoveel gedaan
gedaan en vergeten -
om mijn verlangen
te bevruchten heb ik
zoveel steden gemaakt
gemaakt en gebroken -
om mijn dagen in
een vuur van wanhoop
te verbranden ben
ik ziek geweest
er is een smaak
van herfst in de bomen
zeggen de oude
dichters
er hangt een kleur
van honger boven
de huizen klagen
de dames
in een bouwdoos woon
ik als een kind overal
vingers vermoedend,
duister en kussen.
hans lodeizen Op een paar uren (vertaling)
Ter wille van het weerklinken
van twee-drie stille woorden
heb ik duizend dingen gemaakt,
tot klinken gebracht en vergeten.
Ik heb de vreugde gekend
van de bouwer, ik heb een hele stad gebouwd
op de ashoop van mijn verbrande verlangens,
maar wat ik had opgebouwd, heb ik zelf ook vernield.
Opdat mijn dagen
in de dans van heldere dromen zouden vliegen,
was ik vastgeklonken aan het klamme laken
door ziekte en lijden.
Dat is het oudworden, -
fluistert de herfstwind me toe met zijn blaadren,
en het bittere verwelken fronst de lippen...
Dat alles wisten de wijze dichters.
Niet het sap van de liefde - maar onvruchtbare regen
drinken de vrouwen, geen verzadiging kennend,
met een hongerige mond...
Mijn huis
staat te midden van dozen-huizen.
Als een kind liet ik erin wonen
de aanraking van handen, het goede en kussen.
|
|