De Gids. Jaargang 125
(1962)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Eerste deel]B.V.A. Röling
| |
[pagina 2]
| |
nen als het wordt toegepast? Nuchtere en zakelijke geleerden hebben beschrijving beproefd. Men leze het vermaarde boek van Herman Kahn On thermonuclear war. Het is geschreven uit dezelfde sfeer, die in de middeleeuwen de dodendans-voorstellingen opleverde. Maar nu, zoals het hoort in de moderne tijd, nuchter, zakelijk, en vooral niet sentimenteel. De doden zijn niet meer, zoals in die vroegere voorstellingen, de koning, de koopman, de monnik. Het zijn, ook dat past in onze tijd, de naamloze massa's. En in de koele berekeningen van de ‘game theory’ wordt het ondraaglijke lijden van miljoenen doden vervangen door ‘percentages van de bevolking’, die, hoopvol, in grafische voorstellingen worden in verband gebracht met de tijd, nodig om als gemeenschap er weer bovenop te komen.Ga naar eind1 Intussen, men krijgt bij deze en andere beschouwingen de stellige indruk, dat de menselijke fantasie te kort schiet om de werkelijkheid van de toekomstige oorlog te bevatten. De mens wapent zich nu eenmaal tegen gedachten, die te zeer de gemoedsrust zouden kunnen verstoren. We weten uit de communicatie-theorie, dat afweermechanismen aanwezig zijn om inkomende informatie, die onverenigbaar zou zijn met ons levenspatroon, de toegang te verhinderen. Die afweermechanismen zijn van allerlei aard. Struisvogelpolitiek is zo algemeen menselijk, dat het een naam heeft gekregen. De dooddoener, dat zij die zich verontrusten ‘aan atoomneurose lijden’, suggereert de allure van levenskrachtige houding. Gemeenheden als de beschuldiging van politieke onbetrouwbaarheid (MacCarthy-isme) kunnen doorgaan voor ware vaderlandsliefde. Men kan stellen, dat een algemene blindheid bestaat voor de werkelijkheid van onze menselijke situatie, en een algemene ongeneigdheid die situatie eerlijk onder ogen te zien. Ook op andere punten bestaat een onbegrijpelijke onkunde. Wat was de functie van de oorlog, van de militaire krachtmeting? Was er een functie? En zo ja - men kan aannemen dat er inderdaad tijden zijn waarin de oorlog noodzakelijk middel is tot het vormen van zelfstandige staten of | |
[pagina 3]
| |
van levensvatbare politieke eenheden -, is er die oorlogsfunctie nog steeds? Quincy Wright kwam na uitvoerige studie tot de conclusie, dat de oorlogsredenen steeds abstracter van aard werden, zich ontwikkelden van vitale, politieke en economische redenen, tot culturele en ideologische aspiraties en verwachtingen. Hij stelt ‘that modern war tends to be about words more than about things, about potentialities, hopes and aspirations more than about facts, grievances, and conditions’. En elders: ‘War in the modern period does not grow out of a situation but out of a highly artificial interpretation of a situation.’Ga naar eind2 Het was de stelling van Bouthoul, dat objectieve redenen voor oorlog slechts dan inderdaad tot oorlog leidden, als de interne psychische situatie daartoe gunstig was. Voor hem is de ‘impulsion belliqueuse’ beslissend. ‘Elle est assurée de pouvoir toujours se revêtir de motifs acceptables pour la mentalité ambiante.’Ga naar eind3 Wat weten we eigenlijk van de oorzaken van de oorlog? Zijn de oorlogen doelbewust ontketend, de welbewuste ‘voortzetting van de politiek met andere middelen’? Of zijn de meeste oorlogen gebeurtenissen, die uit een reeks van daden ontstaan, onbedoeld, ongewild, maar waarheen men blundert in een reeks van misverstanden en kortzichtigheden? De eerste wereldoorlog wordt gemeenlijk als voorbeeld genoemd van dergelijke ongewilde oorlog. Maar als het waar is, dat er ‘accidental wars’ bestaan, dan verliest de afschrikkingstheorie veel van haar overtuigingskracht. Het is in laatste instantie die afschrikkingstheorie die te berde wordt gebracht ter rechtvaardiging van onze waanzinnige bewapening. De tweede wereldoorlog werd welbewust door Hitler en zijn bende ontketend. Maar hoe was het mogelijk, dat deze misdadigerstroep aan de macht kon geraken? Onder welke voorwaarden worden oorlogszuchtige tendenties gewekt, en worden psychopaten en misdadigers te paard geholpen en wordt hun de kans gegeven om volken tot de oorlog en de ondergang te leiden? De tweede wereldoorlog, zo kan men zeggen, ontstond omdat men onbekend was met de voor- | |
[pagina 4]
| |
waarden van de vrede. Welke zijn de voorwaarden van de vrede? Onder welke voorwaarden is een wereld denkbaar, waarin het militaire geweld niet meer de beslissende factor is in de verhouding van volken? Zolang de wereld was opgebouwd uit min of meer soevereine eenheden, waarvan de verhouding grotendeels werd bepaald door de militaire macht, was oorlog, de militaire krachtmeting, een vanzelfsprekend gebeuren. Wij leven, en zijn gewend te leven, in dat patroon van volkenrelatie. Maar de verandering in de wapentechniek maakt dat patroon onhoudbaar. Sinds het wapen werd van krachtmetingsmiddel tot wederzijds verdelgingsmiddel werd de oorlog een onbruikbaar instituut. En werd de wapensituatie zelf tot een van de gevaarlijkste oorzaken van oorlog. In 1949 schaarde Europa zich onder de vleugels van Amerika, tot bescherming tegen een agressieve tegenstander. De navo beoogde verzekering van onze veiligheid, en verleende veiligheid gedurende het Amerikaanse atoom-monopolie. Sinds de revoluties in wapentechniek, die H-bommen brachten en intercontinentale raketten, verzekert de navo die veiligheid niet meer. Het voornaamste gevaar is geworden de wapensituatie zelf, zoals de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in haar unaniem aanvaarde Resolutie van 1959 uitdrukte. De functie van de navo veranderde daardoor. Haar voornaamste bestaansreden werd het garanderen van een adequate onderhandelingspositie, om uit die positie een wereld-regeling van de ontwapening te kunnen bewerken. Wereld-ontwapening, daarover zijn alle regeringen het eens, is voorwaarde voor de vredeshandhaving. Maar hoeveel problemen doemen hier op! Technische problemen, in verband met de verschillende fasen waarin ontwapening dient te geschieden, en in verband met de noodzakelijke inspectie. Politieke problemen, waarbij slechts behoeft te worden genoemd, dat ook China erbij moet betrokken zijn. Mentale problemen, want het oude en vertrouwde patroon van steunen op eigen kracht zit diep verankerd, al faalde het | |
[pagina 5]
| |
telkens weer. Economische problemen, want de economie is verweven met de wapenindustrie, en overschakeling van een oorlogseconomie naar een vredeseconomie lijkt geen kleinigheid, al zijn zowel ‘kapitalistische’ als communistische economen wel overtuigd, dat deze overschakeling zonder al te grote schokken mogelijk is. Organisatorische problemen, want een wereldorganisatie zal bij algemene ontwapening een stuk van de functie moeten overnemen, die tot dan toe door de soevereine staten was vervuld. Juridische problemen, want ten slotte zal de nieuwe verhouding van de staten in regels van volkenrecht moeten worden geformuleerd. Morele problemen, want de vrede heeft een prijs, aan materiële en spirituele waarden. De ethiek van het levensbehoud, ‘survival-ethics’, vraagt nieuwe bezinning op oude waarden.
Talloze vragen, waarop nog geen antwoord mogelijk is. Oorlog en vrede, als centraal probleem, dient benaderd met het wetenschappelijk apparaat van vele wetenschappen. Het is verantwoord van een aparte wetenschap te spreken, evenals de criminologie gekenmerkt door haar object, en juist door dat object gedwongen om vele wetenschappen te hulp te roepen voor wetenschappelijk verantwoorde benadering.Ga naar eind4 Sommigen spreken van vredeswetenschap, irenologie, om het doel dat men met de wetenschap wil bereiken. Anderen spreken van oorlogswetenschap, polemologie, om het maatschappelijk fenomeen dat men wil voorkomen. Het is de taak van deze wetenschap inzicht te geven in het oorlogsverschijnsel, in de krachten die tot oorlog leiden, en in de krachten die de vrede bevorderen, in de middelen die de oorlogsfunctie kunnen overnemen. Zonder dit inzicht zullen de blinde krachten blijven gelden, die de mensheid tot nu toe tot oorlog brachten. Met dat inzicht kunnen wellicht de middelen gevonden worden de destructie van de mensheid te voorkomen. Inzicht kan leren wat nodig is, en wat mogelijk is. Er zijn zovele legenden, die het inzicht vertroebelen omtrent hetgeen nodig is, gegroeide of gemaakte mythen, die zouden | |
[pagina 6]
| |
doen twijfelen omtrent wat mogelijk is. Als voorbeeld moge dienen de opvatting, dat de atoomwapenen een einde aan de oorlog maakten, voorbeeld van de doelbewust gemaakte legende. Het ging bij de Japanse capitulatie niet om de effectiviteit van deze wapens, maar om de vraag of de keizer keizer mocht blijven. De tegen beter weten in geschapen legende, ‘dat de atoomwapens een einde aan de oorlog maakten’, diende niet alleen om het verontrust geweten te sussen, maar ook om steun te verlenen aan de gedachte, dat met atoomwapens elke vijand op de knieën te krijgen was. Intussen verhinderde deze legende een juiste interpretatie van de Russische reactie. De Sowjet-Unie beschouwde deze zinloze bommen van meet af aan als tegen haar gericht, mededeling van de nieuwe macht, aanschouwelijk onderwijs, met honderdduizend dode Japanners als leermiddel. Toen het ‘atoomgeheim’ niet werd openbaar gemaakt, ondanks het uitdrukkelijk verzoek van Niels BohrGa naar eind5, leidde dat in de Sowjet-Unie tot teleurstelling en wantrouwen. De niet-bereidheid van de Sowjet-Unie om haar conventionele bewapening te verminderen, vindt voor een deel in deze gang van zaken haar verklaring. Maar voor degeen die in de legende geloofde, kon zij alleen als teken van agressieve neiging worden begrepen. Een ander voorbeeld van hoogst gevaarlijke legendevorming. Na de atoomexplosies van Hiroshima en Nagasaki waren de Verenigde Staten diep overtuigd van de noodzaak van wereld-regeling van de atoomenergie. Een land schrikt gemeenlijk het meest van zijn eigen ontdekkingen, omdat men daarover het best op de hoogte komt, en ieder immers overtuigd is dat binnenkort ook de tegenstander over dezelfde verdelgingsmiddelen zal beschikken. De ‘Baruch-proposals’ werden ingediend met duidelijk begeleidende taal, Baruch richtte zich tot ‘my Fellow-Citizens of the World’ en sprak: ‘We are here to make a choice between the quick and the dead. That is our business. ... We must elect World Peace or World Destruction.’Ga naar eind6 Pathetische woorden van een oude, ijdele man? In die | |
[pagina 7]
| |
dagen was de verontrusting over het nieuwe wapen groot, en zag men duidelijker dan nu wat op het spel stond. De mensheid went zich gauw aan verontrustende gedachten. We zijn al afgestompt voor gewone atoombommen, sinds de waterstofbom de explosieve kracht duizendvoudig vergrootte.Ga naar eind7 Direct na de atoombommen was er de duidelijke en oprechte verontrusting in Amerika over wat men ontketend had. Vandaar het Baruch-plan, voorgesteld uit eerlijke overtuiging en diep inzicht in wat te wachten stond. De ‘Baruch-proposals’ werden zonder meer door de Sowjet-Unie verworpen. Uit die verwerping heeft men geconcludeerd, dat de Sowjet-Unie geen wapen-regeling wil. Patijn trok nog verdere conclusie: ‘Maar dat betekent tevens, dat met het communisme geen afspraken mogelijk zijn in de vorm, die het atoomtijdperk eist.’Ga naar eind8 In dezelfde geest schreef De Kadt: ‘Er is dus in de huidige omstandigheden geen mogelijkheid om met de Russen tot betrouwbare ontwapening en kernwapenuitbanning te komen.’Ga naar eind9 Het Baruch-plan beoogde wereld-beheer van de atoomenergie. Maar een overgangsfase liet aan de Verenigde Staten haar voorraad atoomwapens, terwijl aan elk ander land de bevoegdheid werd ontzegd een atoomindustrie op te bouwen. Naar dit plan konden de Verenigde Staten over de eigen atoomwapens de beschikking houden tot het ogenblik, dat zij zelf vaststelden dit wapen niet meer nodig te hebben. Naar de woorden van Vlekke: ‘Zolang het plan van Baruch niet volledig verwezenlijkt was, bleef Amerika inderdaad de overheersende atoom-macht.’Ga naar eind10 Het Baruch-plan was dus een plan, dat in de overgangsfase bijzondere positie gaf aan een der partijen. En het is niet kwalijk te nemen als dergelijke plannen niet worden aanvaard. Tot dat inzicht is men sindsdien ook in Amerika gekomen.Ga naar eind11 De wereld-organisatie die wordt voorgesteld als in het algemeen belang, terwijl zij, al dan niet tijdelijk, onevenredige voordelen verschaft aan een bepaald land, is een onbruikbare wereld-organisatie, een ‘organisatio pro domo’, gedoemd tot falen. Het is een levensgevaarlijke vergissing, uit | |
[pagina 8]
| |
het feit dat de tegenpartij weigerde in zulk een ‘organisatio pro domo’ te treden, te concluderen dat geen redelijke regeling met deze tegenpartij zou zijn te bereiken.
Er zijn zovele legenden en mythen - zoals de legende dat de tweede wereldoorlog ontstond uit de Engelse ontwapening, of de mythe van het ‘si vis pacem para bellum’ - die bewust of onbewust een beslissende rol spelen bij het bepalen van de houding. Slechts wetenschappelijk onderzoek zal kunnen uitmaken, wat juist is en wat onjuist in gangbare overtuigingen. Geen mens twijfelt over het feit, dat wij bedreigd worden door grote gevaren. Vitale houding eist, dat wij die gevaren recht in de ogen zien. Wat bedreigt ons? De oorlog en de Koude Oorlog. Er is het gevaar van de wapen-situatie, en het gevaar van het communisme. Wat betekent het een, en wat betekent het ander? Hoe groot is de kans op het ene gevaar, en hoe groot de kans op het andere? Terecht heeft WarburgGa naar eind12 gewezen op de verwarring die op dit punt bestaat. Hij stelt dat er twee grote vergissingen bestaan. De vergissing, dat het grootste gevaar schuilt in het communisme, en niet in de wapen-situatie. En de vergissing, dat het communisme zou kunnen bestreden worden met wapens. Zeker is, dat de panische angst voor de communistische bedreiging menigeen geneigd maakt, de ogen te sluiten voor de veel universeler en ingrijpender bedreiging van de massale verdelgingsmiddelen. Er zijn gevaren. En er zijn onopgeloste problemen. Blinde krachten werken, als wij de struisvogelpolitiek voeren, die voor de gemoedsrust wordt nodig geacht. Die blinde krachten, opererend met de traditie en de instinctieve angst voor het onbekende, worden gevoed door machtige pressie-groepen, het ‘military-economic complex’, waarvoor Eisenhower in zijn afscheidsrede als president zo dramatisch waarschuwde.Ga naar eind13 Bij die pressie-groepen is onlangs gekomen de schuilkelder-industrie, die nu eenmaal des te meer gedijt als spanning en bewapening toenemen. | |
[pagina 9]
| |
Destructieve krachten zijn er vele. Zij kunnen zich kleden met argumenten, appelerend aan vaderlandsliefde, vrijheid, rechtvaardigheid en christendom. Zovelen worden daardoor geheel te goeder trouw misleid. Uit onkunde. Vandaar de noodzaak van een wetenschap van oorlog en vrede. Om zo objectief mogelijk inzicht te geven in het gevaar. En om te zoeken naar de middelen dat gevaar te keren. Daarbij komt die wetenschap op het terrein van de politiek, van het praktisch bruikbare en van het spiritueel aanvaardbare. Westerse wetenschap, gegroeid uit de westerse traditie, zal daarbij streven naar middelen om de oorlog te voorkomen met behoud van de westerse levenswijze. Wij willen nu eenmaal noch militaire vernietiging, noch communistische dictatuur. De wederzijdse verdelging, door de twee delen waarin de christelijke, blanke wereld op dit ogenblik is uiteengevallen, is een volstrekt onaanvaardbaar vooruitzicht. Het is de taak van de intellectuelen bij te dragen dit naderend noodlot te voorkomen. Vandaar de noodzaak de technieken en inzichten van alle wetenschappen te richten op het vraagstuk van oorlog en vrede. De ontdekkingen der wetenschap moeten de handhaving van de vrede dienen, niet de verfijning van de oorlogstechniek. Zal onze wereld in staat zijn de impasse te doorbreken, ‘the trend towards nuclear war on which we are all now being carried’, zoals KennanGa naar eind14 schreef? Antwoord op die vraag is nog niet te geven. Wij mogen overtuigd zijn geraakt, dat algehele en volledige ontwapening voorwaarde is voor het voortbestaan van onze cultuur. Wij mogen duidelijk inzicht hebben in hetgeen de feiten eisen, dus in wat men zou kunnen noemen ‘het natuurrecht van het atoomtijdperk’. Terecht heeft Julius Stone gewezen op de ‘fallacy that what is necessary for survival must also be possible’.Ga naar eind15 Maar toch dient hier gewaarschuwd tegen een misvatting, die uit de sfeer van de praktische politiek stamt. In de politiek, de kunst van het bereikbare, moet de politicus op bepaalde momenten resigneren, als het kiezersvolk blijkbaar | |
[pagina 10]
| |
nog niet rijp is voor bepaalde gedachten. Zou hij te vroeg voor een, overigens noodzakelijke, oplossing pleiten, dan zouden de kiezers hem in de steek laten, zou hij niet worden herkozen en zou geheel niets bereikt worden. De grenzen van het mogelijke zijn voor de staatsman nauw getrokken, al worden ze mede bepaald door zijn staatsmanskunst. Bij de theoretische benadering liggen de kaarten anders. Ook de theorie aanvaardt grenzen van het mogelijke. Maar dat mogelijke wordt bepaald door de gezindheid en de houding van mensen. Die gezindheid en houding kunnen worden beïnvloed mede door het wetenschappelijk inzicht. Ook hier zijn grenzen. Ook hier zijn haast onvoorstelbare moeilijkheden. Maar er is geen enkele aanwijzing, dat uit inspanning van alle krachten niet die algemene houding zou kunnen ontstaan, die de mensheid kans zou geven te blijven leven in het atoomtijdperk. |
|