mate goed doordacht en zal zeker de behoefte naar meer opwekken. Daaraan kan tegenwoordig gemakkelijk worden voldaan. De assyrioloog en sumeroloog S.N. Kramer schreef From the tablets of Sumer. Dit boek werd voor Nederland bewerkt door Ph.H.J. Houwink ten Cate onder de titel De Geschiedenis begint met de Sumeriërs (Leiden, 1958). Het is een boeiende beschrijving van het leven op de scholen, het regeren, het heffen van belastingen, het uitvaardigen en handhaven van de wetten, de geneeskunde, de land- en tuinbouw, de wetenschap, de wijsbegeerte, de moraal, de bibliotheken, het paradijs, de zondvloed, het leven na de dood en de liefde.
Als een aanvulling op het boek van Kramer kan men beschouwen: M.A. Beek, Aan Babylons stromen (Amsterdam, 19512). Hierin wordt vooral aandacht gegeven aan het verband van de cultuurgeschiedenis van Mesopotamië en de geschiedenis van Israël. In dit boek vindt men de treffende verklaring van het schrift dat Belsazar in 529 v. Chr. op de wand van zijn troonzaal te Babylon zag neerschrijven: Mnh tkl prs prs. Wie deze boeken gelezen heeft zal nieuwsgierig zijn naar de tekst van Het Gilgamesj-epos, het nationaal heldendicht van Babylonië, dat onder deze titel van de hand van F.M.Th. de Liagre Böhl ter beschikking is (Amsterdam, 19522).
Wie de geschiedenis van Irak na 529 v. Chr. wil vervolgen kan worden aanbevolen: Seton Lloyd F.S.A., Twin rivers. A brief history of Iraq from the earliest times to the present day (Oxford University Press, 1947).
Er werd reeds op gewezen dat de bestudering van de geschiedenis van Mesopotamië telkens vragen doet rijzen omtrent het gebeuren in Palestina. De atlas van Grollenberg werd reeds vermeld. Een uitstekende archeologische toelichting op de geschiedenis van het volk Israël is G.E. Wright, De Bijbel ontdekt in aarde en steen (Baarn, 1958). Hierbij wordt uitgegaan van de archeologische vondsten. M.A. Beek gaat in zijn boek Wegen en voetsporen van het Oude Testament (Delft, 1953) meer uit van de bijbelse teksten en licht deze toe, mede met behulp van de gegevens van de profane geschiedenis.
Al de genoemde werken zijn van een hoog wetenschappelijk gehalte en vormen toch een uitstekend begin voor een studie van de geschiedenis van het Midden-Oosten.
A. de Fr.