A. Pitlo
Ten afscheid aan Eduard Verkade
Er zijn kunstenaars, wier persoon slechts ten dele bij hun kunstenaarschap betrokken is. Er zijn er andere, wier persoon volledig in het kunstenaar-zijn wordt opgenomen. Bij deze laatsten zijn de kunstenaar en de mens nauwelijks van elkaar te onderscheiden, in genen dele van elkaar te scheiden. Tot hen behoorde Eduard Verkade. Het is niet mogelijk over de kunstenaar Verkade te spreken zonder te spreken over de mens van die naam. En het is niet mogelijk als vriend over Eduard Verkade te spreken zonder de kunstenaar naar voren te brengen, die als acteur en als regisseur een tijdperk in de geschiedenis van ons toneelleven heeft beheerst.
Als alle krachtige persoonlijkheden heeft Verkade vele reacties opgewekt. Men was enthousiast voor al hetgeen hij deed, men streed, hetzij van verre, hetzij van nabij, de strijd met hem mede, of men was overtuigd tegen hem gekant. Niemand bleef tegenover zijn verschijning onverschillig. Misschien moet men hem in de vriendschappelijke omgang hebben gekend om te kunnen begrijpen, hoe een man, die in zijn uiterlijk optreden weinig dwingends had, tot het opwekken van zoveel medewerking en tegenstand in staat is geweest.
Ook voor mij was de eerste kennismaking met Verkade een toneel-kennismaking. Als jongen, wonende in een provinciestad, waar de notabelen een abonnement op de schouwburg hadden, hoorde ik, toen ik zelf nog te jong was om naar de schouwburg te gaan, mijn ouders en andere ouderen uit het stille provincienest tegen elkaar zeggen: de volgende week komt Verkade. Zelf zag ik hem het eerst in De dienstknecht in het huis. Ik zat in de vierde of vijfde klas van het gymnasium en was zo diep bewogen over wat ik had beleefd, dat ik Verkade een brief wilde schrijven. Een van de vele brieven die ik - hetzij terecht, hetzij ten onrechte - nooit geschreven heb. De studentenjaren in Utrecht en in Amsterdam gaven mij alle gelegenheid, in een tijd toen Amsterdam nog acht schouwburgen telde, veel toneel te zien. Ik herinner mij menig stuk, waarin Verkade optrad. In die jaren werd ik bijzonder gegrepen door een poging, die te oordelen naar het aantal voorstellingen slechts een gering succes heeft gehad, te weten de Hamlet in modern gewaad.