De Gids. Jaargang 124(1961)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 211] [p. 211] [Nummer 4] A. Roland Holst De dorpszot Door God in ons vergeten kindergeheim genomen, loopt daar, vrij en versleten, de zot waar geen op let. Onnozele, gekomen vanwaar? waarheen? beneveld vrolijke wartaal preevlend - Waarover heeft hij het? - Niet over mijn bezeten verzinsels, balancerend naar vuriger planeten over een koord van ijs en geest, de ziel afwerend - Al zag hij mij, hij zou mij niet zien, noch hoe zijn trouw mij doet omzien op mijn reis. - De hoogmoed ziet wel de ootmoed die hem niet ziet, blind zijnde voor wat haar eenvoud nood doet. En, kijkend naar den zot, kijk ik mijzelf ten einde, en zie mij, moegekeken, mijn lot met hem breken als ons brood van zijn God. - Vorige Volgende