Van de redactie:
Tot de redactie is toegetreden prof. dr. A. de Froe. Hij werd in 1907 te Arnhem geboren, studeerde geneeskunde te Amsterdam, werd in 1934 arts, waarna hij in 1938 promoveerde. Van 1946 tot 1953 was hij privaat-docent in de antropologie aan de Universiteit van Amsterdam, van 1951 tot 1953 hoogleraar in de anatomie en embryologie aan het Royal Medical College te Bagdad, sinds 1954 is hij hoogleraar in de antropobiologie en menselijke erfelijkheidsleer aan de Universiteit van Amsterdam. Prof. De Froe is lid van de redacties van Excerpta Medica, Universiteit en Hogeschool, en Perspectief. Hij publiceerde: Meetbare variabelen van den menschelijken schedel en hun onderlinge correlaties in verband met leeftijd en geslacht (dissertatie, 1938), Inleiding tot de studie en de beoefening der anthropologie (1948), Menswording (1949), Van waarneming tot oordeel. Een bezinning op de werkwijze en de betekenis van de wetenschap voor maatschappij en geestesleven (1951), Fatum en fortuna (inaugurele rede, 1954), De anthropobiologie der geslachten (1957), Anthropobiologie (in: Scientia, II, 1957), Eugenetica of dysgenetica (in: Het ongewenste als opgave, 1959), en vele artikelen.
Aan dit nummer werkten o.m. mede:
piet calis. Geb. 1936. Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Utrechtse universiteit, en is thans leraar aan een meisjeslyceum te Eindhoven. Poëziecriticus van het Algemeen Handelsblad en De Gooi- en Eemlander. Verzorgt sinds april 1960 de poëziekroniek van De Gids.
pierre kemp. Geb. 1886. In 1953 verscheen Een bloemlezing uit zijn kleine liederen, samengesteld door Adriaan Morriën. Voornaamste bundels daarna: Engelse verfdoos (1956), Vijf families en één poederblauw (1958), Emeritaat (1959) en Garden, 36, 22, 36 inches (1959).
catharina kortebos. Geb. 1916. Na het gymnasium te hebben afgelopen studeerde zij cello aan het Conservatorium te Amsterdam. Was onder meer lerares aan de Volksmuziekschool aldaar. Aan muzikale werkzaamheden kwam door huwelijk en moederschap voorlopig, door debuut als dichteres voorgoed een einde. Publiceerde Teken van leven (1958). Ter perse de bundel Tussen mij en de dingen.
harry mulisch. Geb. 1927. Bezocht het Christelijk Lyceum te Haarlem. Publiceerde de romans Archibald Strohalm (1952), De diamant (1954), Het zwarte licht (1956) en Het stenen bruidsbed (1959); voorts onder meer de novellenbundels Chantage op het leven (1953), Het mirakel (1955) en De versierde mens (1957), en de drama's Tanchelijn (1960) en De knop (1960). Zijn Zelfportret met tulband, dat sinds november 1960 in De Gids verschijnt, maakt deel uit van de bundel Voer voor psychologen, die dit jaar het licht zal zien.