problemen van deze tijd minder vertrouwd is. Voorts bevat dit boek interessante beschouwingen over de technische moeilijkheden die zich bij de postzegelvervaardiging voordoen, en over principiële vraagstukken, zoals de toepasselijkheid van heraldiek en van stylering, de geschiktheid als postzegelontwerper van bepaalde kunstenaarstypen, de aanvaardbaarheid van natuurgetrouwheid of van een zekere affichewerking in verband met het karakter van de zegel als ‘staatspapier’, en dergelijke.
Alle postzegels worden besproken en verklaard en - op enkele uitzonderingen na - ook afgebeeld. Enkele belangrijke figuren in de recente postzegelgeschiedenis, zoals Van Royen, Van Konijnenburg, Gouwe, Van Krimpen en Hartz, worden in woord en in beeld (met tekeningen van Hartz en De Moor zelf) geschetst. Ook hoogtepunten als de postzegelprijsvraag van 1920-1923 en de koninginnezegels van voor en na de Tweede Wereldoorlog ontvangen een passende aandacht.
Het blijkt duidelijk dat De Moor een grote waarde hecht aan traditie, dat wil zeggen aan de cumulatie van ervaringen in een vast team, in de loop der jaren tijdig aangevuld met bekwame jonge krachten die het vak, om zo te zeggen, in vlees en bloed opnemen en dus niet telkens weer opnieuw alle problemen behoeven te doorworstelen en zo elementaire fouten kunnen vermijden. Het zijn vooral de koninginnezegels en de cijferzegels die bij een dergelijke traditie gebaat zijn. Voor de speciale emissie wordt ook gaarne aan velerlei andere kunstenaars de gelegenheid geboden om nieuwe opvattingen bij te dragen. Experimenten worden niet geschuwd, zoals blijkt uit Lex Horns Deltazegels. Voor het kweken van een behoorlijke reserve aan geschoolde kunstenaars heeft de P.T.T. cursussen in het ontwerpen van postzegels ingesteld.
Met een dergelijke ontwerppolitiek, begonnen door Van Royen, voortgezet door Gouwe en De Moor, en gesteund door de opeenvolgende Directeuren-Generaal, heeft onze P.T.T. inderdaad resultaten bereikt welke nationaal en internationaal van belang zijn. Het is verheugend dat de Posterijen bereid waren aan dit onderwerp een officiële publikatie van deze omvang en op dit niveau van uitvoering te wijden. Maar al te gauw zijn immers sommige burgers geneigd de overheid het recht te betwisten of over de juistheid van haar beleid te bevitten wanneer zij enige beschouwing het licht doet zien welke theoretisch door een particuliere uitgever had kunnen worden ondernomen, ook al is het evident - zoals in dit geval - dat geen het werkelijk zou doen, zeker niet op deze schaal.
De publikatie van De Moors boek is een uiting van actieve cultuurpolitiek welke meer waard is dan vele andere manifestaties. Men kan zich nog uitvoeriger en esthetisch nog dieper gravende analyses denken, maar naast de vroegere verhandelingen van Hammacher en Gouwe gaf de gekozen opzet èn aan de postzegelverzamelaar èn aan de in beeldende kunst belangstellenden de juiste hoeveelheid feitelijke informatie en algemene oriëntering. - De uitvoering van het boek is in overeenstemming met hetgeen men verwacht van een groep grafische deskundigen. Er zijn samenvattingen in Frans, Duits en Engels, een lijst van ontwerpers, een bibliografie en een uitvoerig register opgenomen.
G.W. Ovink