De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 299] [p. 299] C.O. Jellema Lezende in de kamer Telkens als je een bladzij omslaat van je boek hoor ik de heldere slag van een uurwerk niet luider dan het tiktak van de slinger telkens als je een voet verschuift of het haar wegstrijkt van je voorhoofd - ik heb nog geen letter gelezen ik zie een lijn die er altijd geweest moet zijn lopende diagonaal van een poot van mijn stoel over bepaalde figuren in het kleed naar jouw voeten de avond wordt zeer lang er is bijna geen overeenkomst meer tussen ons Nazomer Trakl zum Gedächtnis onder het zand is het gaan stromen gaatjes ontstaan een huis hangt ietsje scheef en uit de oksels van de bomen druppelt een sterke geur van zweet wel valt de hamer lichter op de stenen wanneer de wegen worden omgelegd de rode zon schijnt rustig naar beneden een mens wacht of een mens iets zegt maar in de hemel liggen wolken wit en roerloos op een blauwe baar onder het zand rekt een gevaar als slangen in hun slaap zich uit en mannen die lang jong bleven en fit ontwaken op een morgen met grijs haar Vorige Volgende