De Gids. Jaargang 123(1960)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 252] [p. 252] Looe de Visscher Vreemde reis Kom zeg ik tot de man in mijn hart kom tot de vrouw in mijn rib kom tot het kind in mijn lenden tot het vuur in mijn hersens we gaan weg van hier naar onbetreden oorden en een andere natuur neen geen palmbomen met hun hoge wuifpluim boven blauwe waterstranden neen geen binnenland aan een trage rivier of geen bergdorp onder koude sneeuw maar een nieuwe wereld gaan wij vinden Daarom kom mee gij man en gij vrouw in mijn rib en gij kind en vuur sluit de deur van het oude huis en dek zijn vensterogen met de blinden opdat het ons niet nagaapt ons niet bedreigt met zijn rust nu ons niet weerroept met zijn stiltestem ons niet vernietigt met zijn heimwee en kijk niet naar de mensen opzij die alleen gevaar zijn ogen spotlach die sluipend gif zijn in de harten van alle dromers woordbrekers en schenders van verdragen In de lagune ligt de boot te wachten maak van uw benen riemen gij man uw kleed zij ons een veelkleurig zeil o vrouw [pagina 253] [p. 253] uw stil getater kind muziek op onze reis en uw brand vuur de loutering tot ons nieuw gewin want ginds in de windstilte van saragossa duiken wij tussen wieren naar de bodem van de zee en bouwen in een kloof een hut van de boot gij vuur brandt in de nieuwe haard gij vrouw spint wieren tot een draad en weeft groene tapijten voor ons huis waarop gij kind in uw duizend dromen veldheer speelt met schelpenlegers en van uw jacht keert gij man met vreemde vissen weer tot wij vis geworden in onze nieuwe wereld kinderen ten huize zijn Vorige Volgende