Aan dit nummer werkten o.m. mede:
chr. j. van geel. Geb. 1917. Schildert en tekent. Publiceerde Spinroc en andere verzen (1958). Het in dit nummer opgenomen gedicht Tussen seizoenen is een uitgebreide versie van het gelijknamige gedicht in De Gids van november 1958.
jac. van hattum. Geb. 1900. Laatste bundel: Plant u niet voort... (1960). Ter perse: één derde bundel Drie op één perron (in samenwerking met Gerard den Brabander en Ed. Hoornik) en Uren met mezelf. Voor verdere bijzonderheden zie het februari-nummer.
wiesje van santen. Geb. 1924. Debuteert in dit nummer.
h.w. van tricht. Geb. 1897. Studeerde Nederlandse letteren aan de universiteit te Utrecht, alwaar hij in 1934 promoveerde op het proefschrift Frederik van Eeden, denker en strijder. Thans rector van het Lorentz-lyceum te Eindhoven. Mede-oprichter en sinds 1958 voorzitter van het Frederik van Eeden-genootschap. Voornaamste publikaties: Stereometrie van de Hollandse ziel (1946) en P.C. Hooft (1951). De in dit nummer opgenomen beschouwing is de kern van een studie over Couperus, geschreven in opdracht van de Minister van O., K. en W. en ter perse bij Bert Bakker / Daamen te Den Haag.
m.h.j. verjans. (Zie het april-nummer).
theun de vries. (Zie het maart-nummer).