Nieuwe boeken
Joost A.M. Meerloo, Alle leven danst. De Brug-Djambatan, Amsterdam, 1959. 152 blz. Geïll.
De oorspronkelijke titel van dit bijzonder fraai verzorgde werk luidt: Dance craze and sacred dance en de vertaler H.M. van Randwijk gaf als ondertitel de nadere omschrijving: ‘Van primitieve dans tot Rock “n” Roll en modern ballet’.
De zeer persoonlijke visie van de auteur wordt in deze beschouwing van de dans enigszins verklaard als de lezer verneemt, dat dr. Joost A.M. Meerloo een bekend Amerikaans publicist en arts-psycholoog is. De opsomming van reeds eerder van zijn hand verschenen werken geeft een denkbeeld van de voorkeur die Meerloo aan de dag legt voor onderwerpen, die de mens in een bepaalde situatie en belichting doen verschijnen: Homo militans. Total war and the human mind. Delusion and mass-delusion. Patterns of panic. The two faces of man. The rape of the mind.
Dit voorlaatste boek, The rape of the mind, behandelde het thema van de hersenspoeling en volgens de tekst op de flap van zijn nieuwe werk heeft het in de gehele wereld grote belangstelling getrokken. Van de hersenspoeling naar de dans is een hele stap, maar waarschijnlijk zal ook Alle leven danst door velen worden gelezen en vooral worden bekeken, want als fotoboek van de dans maakt het diepe indruk. Meerloo's psychiatrische instelling doet echter herhaaldelijk de vraag rijzen, of zijn beschouwingen niet al te Freudiaans gekleurd zijn en of zijn uitgangspunt, dans en ritme te zien als ‘een universeel middel tot uitwisseling en onderlinge gemeenschap’, verantwoord genoemd kan worden.
‘Alles is ritme.’ Zo luiden de eerste woorden van dit werk. Ook al zou men dit niet onmiddellijk ontkennen, dan nog is ritme niet synoniem met dans. De pneumatische boor heeft een ontstellend ritme, maar bezit generlei connectie met de dans. Het van vreugde opspringen van het embryo in de moederschoot of ineenkrimpen door onaangename prikkels, beschouwt Meerloo als de eerste bewegingsuitingen ‘in een nirwanische wereld’, waarnaar de danser later terugzoekt.
‘De dans leeft in lichaam en geest van ieder onzer’, zegt Meerloo. ‘De dans brengt ons in de draaikolken van aardse hartstocht of heft ons op tot bovenaardse verrukkingen.’ En later: ‘De dans kan een extatische heilige handeling zijn, of kan ons neertrekken in een onderwereld van hysterie en chaotische gevoelens.’
Het is wel duidelijk, dat deze emotionele benadering van de dans weinig met modern ballet uitstaande heeft. Wel gaan Meerloo's inzichten op bij de beschouwing van primitieve dansen, waaraan de auteur ook het grootste gedeelte van zijn boek heeft gewijd. Zijn psychiatrische instelling brengt ook wel eens verrassende apercu's, waar het gaat om de driften van het oer-ritme, zoals dat in de dans van wilde stammen in het oerwoud zich deed gelden in het monotone tam-tam, welke eeuwenoude syncopen door dansers in dezelfde ritmische monotonie verder door de tijden zijn gedragen, en die zich nu voor onze tijdgenoten in vele jazzvormen manifesteren.
De dansepidemieën uit de middeleeuwen getuigen van de hypnotische dansdwang die tot collectieve razernij kon leiden of tot religieuze extase. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de dansepidemie van de Wederdopers in Amsterdam anno 1555 geweest. Daarnaast attendeert Meerloo zijn lezers op de genezende kracht waarmee de sjamaan