Aan dit nummer werkten o.m. mede:
herman van den bergh. Geb. 1897. Zijn bundels De boog (1917) en De spiegel (1925) werden in 1954 herdrukt onder de titel Verzamelde gedichten. Na een periode van zwijgen als dichter publiceerde hij Het litteken van Odysseus (1956), Kansen op een wrak (1957), Verstandhouding met de vijand (1958) en Stenen tijdperk (1960). Essays o.m.: Nieuwe tucht (1928) en Schip achter het boegbeeld; over het werk van J. Slauerhoff (1898-1936) (1958).
piet calis. (Zie het maart-nummer).
elisabeth eybers. Geb. 1915. Studeerde Afrikaans en Nederlands aan de universiteit van de Witwatersrand, Johannesburg. Debuteerde met Belydenis in die skemering (1936). Haar bundels werden in 1957 herdrukt in Versamelde gedigte, aangevuld met ongebundeld werk. Een keuze uit haar poëzie, met eigen vertalingen, verscheen in 1948 onder de titel The quiet adventure.
j. greshoff. Geb. 1888. Van zijn Verzamelde gedichten verscheen in 1956 een 7de vermeerderde druk. In 1958 publiceerde hij een nieuwe dichtbundel, De laatste dingen (1956-1958).
m.h.j. verjans. Geb. 1902. Conrector en leraar Nederlands van het r.k. lyceum te Hoensbroek.