C. Nicolaï, We gaan naar ballet, vanavond. Kern-pockets voor de jeugd, 11. - De Kern, Amsterdam, 1959. 144 blz. + 32 blz. ill., en ill. tussen de tekst.
In de reeks uitstekend verzorgde pockets voor de jeugd maakt de uitgeverij De Kern met dit aantrekkelijke werkje een goede beurt. Want de belangstelling voor de balletkunst is in het algemeen sterk toegenomen, maar in het bijzonder bij de jeugd. De voorstellingen van een balletgroep worden altijd met opwinding en geestdrift ontvangen. Van ballet houden en er de wordingsgeschiedenis en de techniek van begrijpen zijn echter twee verschillende dingen.
Nu is dit boekje speciaal voor jongens en meisjes boven de twaalf geschreven. Maar hoeveel volwassenen kennen de geschiedenis van de balletkunst? Het werk, dat Nicolaï met veel entrain en deskundigheid heeft geschreven, is, dunkt mij, voor ieder die van deze danskunst houdt, van groot belang. Wij gaan begrijpen, hoe een ballet ontstaat, uit welke bewegingen en passen het is samengesteld, en wat choreografie eigenlijk betekent. Wij leren de verschillen in dansstijl uit allerlei landen onderscheiden, de vormen tussen pantomime en de pure dans vinden hun eigen danszetting. En, verduidelijkt met tekeningetjes, zien wij het academisch ballet gekenmerkt door beweging vanuit vijf vastgestelde uitgangsstanden, die de houding van armen, benen en lichaam precies vastleggen, de ‘vijf posities’.
Ten slotte geeft de auteur een overzicht van hetgeen in ons land op het gebied van ballet is gepresteerd en wat er nog in wording is. In een naschrift wordt een lijst van aanbevolen boeken gegeven, een verklarende woordenlijst, en een opsomming van de talrijke foto's die het boekje verluchten. Alleen al om de schitterende foto's zou men dit boekje willen hebben, maar vooral toch om de luchtige, plezierige verteltrant van de auteur, die het ballet, waaraan hij zijn hart heeft verpand, in alle fases voor de lezer oproept. Op de door de uitgever gestelde vraag: ‘Lijkt het u verantwoord, om dit boekje ook buiten de jeugdserie te doen verschijnen als inleiding voor volwassen balletliefhebbers?’ kan ik volmondig ja zeggen. Want bij de volwassen lezers zijn er ongetwijfeld ook vele, die niets of bijna niets van deze verrukkelijke kunstuiting weten, en verheugd zullen zijn over deze eenvoudige manier om, à raison van f 1.50, hieromtrent kennis te verwerven ons bijgebracht op een charmante wijze, die tot een beter gefundeerd begrip van het medium ballet voert.
E.v.L.