priester uit Paulus onder de Joden, met Macbeth, met Richard III, met vele, vele andere. De verscheidenheid van ‘wezens’ die hij in zich draagt, maakte het hem mogelijk een oeuvre te scheppen, dat zijn weerga in ons land niet vindt.
Van Dalsum is bezeten van toneel. Een kunstenaar van uitzonderlijke kracht en zeldzaam beeldend vermogen, wiens artistieke geladenheid in de eerste plaats zich manifesteert als acteur, maar daarnaast ook als regisseur en als ontwerper van vermetele toneelbouw en decors. Men behoeft slechts te denken aan de jaren van het Oost-Nederlands Toneel, om te beseffen hoe intens de straling van zijn creatief vermogen is. In die jaren werd Evreinows Comedie van het geluk gespeeld, O'Neills Liefde onder de olmen, Brechts Driestuiversopera en Volpone van Jonson, herschreven door Stefan Zweig.
De geladenheid waarmee Van Dalsum zijn grote creaties tot stand bracht, komt voort uit een demonische kracht, bron van elke artistieke vormgeving. Stefan Zweig heeft het demonische gekenschetst als ‘die onrust, die de mens is ingeboren en die hem, boven zichzelf uit, in het oneindige, in het elementaire’ leidt. Zweig beschouwde het demonische als een zuurdesem, waardoor het rustig bestaan in gisting raakt en tot extase, excessen, soms tot zelfvernietiging voert. In de middelmatige mens wordt dit demonische door andere krachten in evenwicht gehouden, maar in een creatieve persoonlijkheid werkt de onrust voort. Dostojewski heeft dit heimwee naar het eeuwige aangeduid als ‘das höhere Herz das sich quält’.
Aan deze demonie danken wij de vermetelheid van fantasie en de drang naar vorsen en doorgronden, die creatieve kunstenaars kenmerken, en die ook Albert van Dalsum als een der zeer grote figuren van ons tijdvak doen kennen.
Voor zijn vijftigjarig jubileum heeft hij een Nederlands stuk gekozen: Sauls dood, het tweede dramatische werk van Abel Herzberg, van wie eerder Herodes (onder regie van Van Dalsum) is opgevoerd. Niet alleen bewijst het kiezen van een oorspronkelijk toneelwerk, hoe Van Dalsum de betekenis van onze eigen toneelschrijfkunst wil accentueren, maar hij heeft ook ongetwijfeld met de hoofdpersoon uit dit drama affiniteit gevoeld.
Het is de tragedie van de mens Saul, die ten onder gaat aan zijn gespletenheid en aan zijn schuldgevoel tegenover God. Rebellerend tegen de profeet Samuel, die proclameert dat het alleen de profeet is gegeven, Gods wil te verstaan, komt Saul, de eerste koning der Joden, in conflict