De Gids. Jaargang 122(1959)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 235] [p. 235] Michel van der Plas Zouden we Zouden we, zouden we, grenzenloos land achter de bergen. Maar een verre god verplaatst het elke nacht, speelt ermee tot het oplost in een rimpel van zijn hand. Wat de verspieders zagen was een waan. Honing, melk, druiven. Nee, alleen de reis is waar; alleen verlangen het bewijs dat wij langer dan dit lichaam bestaan. Kom bij me, spreid je armen voor een uur en noem het Nebo. Kijk je ogen uit; dit is het land: onze trillende huid, onherroepelijk nu, radeloos hier. Dit. Tot de zucht wanneer wij zijn bekleed met onze enige parels: doodszweet. Vorige Volgende