De Gids. Jaargang 122

[p. 54]

Repliek¹⁾

Moet ik mij op de dij slaan, nu Mok mij verzekert, dat zijn boeren van ‘er zij licht’ eigenlijk grappige boeren zijn? Over humor valt nog minder te twisten dan over smaak in ernstige zaken, maar het komt mij voor, dat de toegelichte humor in dit geval alleen maar mijn stelling van een humorloze Mok kan bevestigen. Door de omvang van zijn oeuvre laat de constatering van humorloosbeid altijd wel enige speling toe, en bereid mijn oordeel te verzachten, heb ik de vier gedichten, waaraan hij een ‘humoristisch element’ toekent, met tamelijk onnodige aandacht herlezen. Ik vind ze zwak (Ontmoeting), wel aardig (Bal marin), wel treffend (Congresganger), nogal flauw (Autotocht), en nergens humoristisch.

S. VESTDIJK

1) Zie De Gids van juni 1959, blz. 444.