De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 240] [p. 240] G.J. Resink Kwatrijnen Met mijn dood in het hart geboren heb ik al voor mijn dood gestaan, heb ik al op mijn dood gelegen en zal ik met mijn dood doodgaan. Je hebt van de cypres en de oleander het rijzige en de verspreide bloei. En ik heb van de wind, die steeds verandert, de verzenstem, waarmee ik je omstoei. Vijftoppig is de hand, die je wimpers grieft; vijftandig is de kam, die je krulhaar klieft; vijfkantig aangrijpend ben ik vaderlijk, broederlijk, vriend'lijk, kinderlijk en verliefd. Ik kom lippen te kort om je te kussen en kom vingers te kort om je te strelen. Maar bovenal kom ik harten te kort om je altijd naast me te kunnen velen. Vorige Volgende