De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] Michel van der Plas Ieder dier Ieder dier. Telkens en geheel. Van hiel tot voorhoofd trillend onder lege zwaarte. Alsof de dood nu in de rede viel, de klamme aaihand van een zwart gevaarte. En dan niet mogen sterven. Niet zo vroeg. Elk woord een stilte minder, elk bewegen. Veel te veel lichaam, en niet zacht genoeg om op te lossen als gewone regen. Alleen naast een, bedroefder dan ikzelf zou ik dit einde zonder schaamte dragen, het durven doden met een kalm geweld. Alleen om een, zo tot een steen ontzield dat ik mezelf herkende, zou ik wagen te zeggen dat ik nu van iemand hield. Vorige Volgende