De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] J. Greshoff Geboorte leven dood 1. Hij is het die mij heeft verdreven Uit het oorspronkelijk geluk Van vormloos en dus niet te zijn. Hij lacht ironisch: dit is leven. Dit is een appel, zei hij, pluk, En hier zijn druiven voor uw wijn. Hij zeide: ik zorg voor uw gerieven Ik sier de wereld naar uw zin Met waterval en bloem en dier. Hij deed het voor: zó doen gelieven Dat moet gij weten bij 't begin Het wordt uw dagelijks plezier. 2. Ik was een volgzaam kind, zíjn kind, En gretig om hem te behagen. Doch 't leven bleek mij niet je dàt. Ik heb het niettemin bemind En stelde nooit brutale vragen Omdat ik niets te vragen had. Doch met het stijgen van de jaren Steeg er een woede in mijn gemoed Om 't kwaad dat mij werd aangedaan. De wreedheid hier kent geen bedaren Het bloed vraagt altijd weer om bloed De waan baart altijd nieuwe waan. [pagina 197] [p. 197] 3. Hoe anders is het uitgekomen: In doodsangst midden in 't geweld En opgejaagd als een wild beest Schreeuw ik om het bevrijdend omen Dat wenkt: ‘de dagen zijn geteld Wat nu nog is, wordt straks geweest.’ Uit koorts en wanhoop eindelijk ontwaakt Stijg ik, niet ik meer, boven bronst en kou Boven ontbering, vriendschap, hope en vrezen, Want alles is dan ongedaan gemaakt: Al wat ooit was en wat nog komen zou Is heerlijk opgegaan in nietmeerwezen. Vorige Volgende