De Gids. Jaargang 121(1958)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Cees Nooteboom Twee Ibizencer gedichten 1 brief Dame, de slag is verloren wij zijn in het binnenland gevlucht een land van stenen heuvels dat ons niet beschermt zelfs de bomen zijn hier gepijnigd en verstrikt in het staal van de hemel troost van de maan is ondenkbaar jagend, groen en boosaardig achter haastige wolken heeft zij voor troosten geen tijd de laatsten van ons, die op haar hopen trekken zich met al hun bedorven offers terug in het bed van de heuvels alleen de dauw kan nog redden, dromen ze maar al zo lang voordien heeft haastig een naargeestige regen, grijzig als bestofte olijvenbladeren zich over ons sterven gebogen een doodstil mes in de hand een huiver van doden vindt de morgen maanstenen ogen overal gebroken hun harten bijeen geworpen rood en droevig rood en droevig en de grond bloedt niet meer maar vaag en ver van haar doden verradend en trouweloos dwaalt de maan, alleen het wit van haar ogen nog zichtbaar een versleten fiche op een eindeloos lijkkleed. [pagina 96] [p. 96] 2 Regenen doet het vannacht het water ritselt over de heuvel naar de duistere graven van de goden sluipt het machteloos keren zij zich om in hun slaap nachtenlang nachtenlang gekweld door onduldbaar heimwee naar vroegere verering naar de voedzame gebeden van mensen maar de wind rijdt voorbij op hoge paarden maan kwelt als regen regen als sterven en de goden liggen en luisteren wachtend niemand zet een schotel offers neer. Vorige Volgende