Aan dit nummer werkten o.m. mede:
h.p. van den aardweg. Geb. 1899. Was vele jaren werkzaam als journalist, thans adviseur van een uitgeverij. Naast een groot aantal romans en novellen, schreef hij de dichtbundels Incidentele begeleiding (1951), Overwegingen (1952) en Notities (1955).
p. geyl. Geb. 1887. Is sedert 1936 hoogleraar in de algemene en vaderlandse geschiedenis aan de rijksuniversiteit te Utrecht. Tot zijn voornaamste publikaties behoren: Napoleon. Voor en Tegen in de Franse Geschiedschrijving (1946); Geschiedenis van de Nederlandse Stam, herziene uitgave (I-1948), (II-1949); Tochten en Tournooien (1950); Historicus in de Tijd (1954), Debates with Historians (1955).
h.w.j.m. keuls. (Zie het januari-nummer).
jo landheer. Geb. 1900. Was redactrice van het tijdschrift voor poëzie Helikon. Debuteerde in 1925 met de bundel Golven. In 1941 verschenen haar Verzamelde Gedichten, waarvan in 1954 een uitgebreide herdruk het licht zag.
leo vroman. (Zie het februari-nummer).
h. van de waal. Geb. 1910. Sinds 1945 hoogleraar in de kunstgeschiedenis aan de rijksuniversiteit te Leiden en directeur van het Prentenkabinet aldaar. Ontving in 1955 de Wynants Franckenprijs. Publiceerde o.m. Jan van Goyen (1941); Traditie en bezieling (1946); Drie eeuwen vaderlandse geschied-uitbeelding (1952).
lies wolters. Geb. 1913. Is werkzaam op de bibliotheek van de Vereniging tot bevordering van de belangen des boekhandels te Amsterdam. Zij debuteert met de in dit nummer opgenomen verzen.