De Gids. Jaargang 119(1956)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 431] [p. 431] Cola Debrot Verzoeking Ach arme neophiet die leest, terwijl hij wandelt in 't boek, dat slechts verhandelt over wat niemand ziet, maar nochtans glinster-zweeft in grijs of blauw gewemel daar ergens aan de hemel waar men slechts juicht of beeft. De tuin in volle bloei, het hart in volle zomer, de leden loom en lomer verlangend naar gestoei als leeuwrik of pluvier of als de ranke maagden, die zich hier nimmer waagden uit angst voor het brevier dat aan de neophiet voorschrijft zijn levenshouding en iedere verhouding met stelligheid verbiedt op straffe van de hel, tussen de geur der bloemen, de bijen en hun zoemen en 't spel van de libel. Vorige Volgende