Ontvangen boeken
(Nadere bespreking naar mogelijkheid)
Van L.J.C. Boucher, Den Haag.
Jozef Eyckmans, Bij mijn leven nog. Gedichten f 3.90.
A C. Henny, Licht en Schaduw in Holland's Tuin. Kleine suite in verzen. f 3.90.
E. Brent Besemer, |
Ridder Einar. Gedichten. f 4.50. |
idem, |
Ironisch Bal. Gedichten. f 1.75. |
Van Daamen, Den Haag.
Heinrich Heine, Ich weiss nicht was soll es bedeuten. Een bloemlezing uit zijn poezië, bijeengebracht en ingeleid door Dr. J. Presser. Ooievaar-reeks 24. f 1.45.
Van Van Gorcum, Assen.
Drentse Schrievers. Almanak 1956 van de Drentse Schrieverskring. f 2.50.
Prozastukken en gedichten uit Drentse kring, gedeeltelijk in dialect.
Van J.M. Meulenhoff, Amsterdam (met S.M. Ontwikkeling, Antwerpen).
Karel Jonckheere en Erik van Ruysbeek, Poëzie en Experiment. Dialoog in briefvorm over oud en nieuw in de dichtkunst. f 3.90.
Van Noordhoff, Groningen.
Dr. W.H. Staverman en Dr. W.L. Brandsma, Slecht Nederlands. f 1.90.
Van De Stichting De Roos, Utrecht.
Mr. Dirck Graswinckel, De vierlingen van den heer van Pybrac, uit het Frans in het Nederlands en in het Latijn vertaald. Ingeleid en verzorgd door Geerten Gossaert.
Van A.A.M. Stols, Den Haag.
Hans Andreus, Empedokles, de Ander. f 3.50.
Van H.D. Tjeenk Willink, Haarlem.
Publius Cornelius Tacitus, Kronieken. Ab excessu Divi Augusti Annales. In de vertaling van Dr. J.W. Meyer. 1955. f 16.50.
Van W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle.
Van De Dene tot Luiken. Bloemlezing uit de Noord- en Zuid-Nederlandse Emblemataliteratuur der 16e en 17e eeuw, samengesteld door John B. Knipping O.F.M. en P.J. Meertens. Klassieken uit de Nederlandse Letterkunde, uitgegeven in opdracht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. No. 7. f 3.20.