Van Krol, Uithuizen.
J. de Graaf, De Zeuven Hoofdzunden. Mit noaschrift door K. Ter Laan.
't Kwoad loont zien meester. Met woordverklaring voor niet-Groningers. f 2.25.
Beschouwingen over de zeven hoofdzonden in Gronings dialect.
Van Leopold, 's Gravenhage.
Frits Huël, Etonnés de se trouver ensemble. Gedichten. f 3.90.
K.H.R. de Josselin de Jong, Kamperfoelie. Gedichten.
Van Van Loghum Slaterus, Arnhem.
W. Brede Kristensen, Inleiding tot de godsdienstgeschiedenis. Nederlandse vertaling van het in 1954 verschenen werk Religionshistorisk Studium, een bundel voordrachten in 1946 aan de Universiteit te Oslo gehouden.
G.J. Heering, De menselijke ziel. Haar wezen en bestemming. f 3.90.
C.G. Jung, De wereld der ziel. Een bloemlezing ter inleiding. Grondbegrippen van de analytische psychologie. f 5.50.
Erich Neumann, Kunst en het scheppend onbewuste. f 8.50.
Elis Björklund, Atoompolitiek. Een historisch-politiek onderzoek naar het probleem der atoomwapens tijdens de jaren 1945-1954. f 5.90.
Van Manteau, Brussel.
Herman Teirlinck, Zelfportret of Het Galgenmaal.
Van J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
Bertus Aafjes, De blinde harpenaar. De liefde, het leven, het geloof, de dood in de poëzie der oude Egyptenaren. Gedichten. f 5.95.
Cornelis Veth, Anthony Donker en Max Nord, Wichelroede en Werk. Bloemlezing uit vijftig jaar letterkunde f 2,90.
Dit boekje wordt uitgegeven onder auspiciën van de Vereniging van Letterkundigen naar aanleiding van haar 50-jarig bestaan. Het bevat een verzameling beschouwingen over verschillende problemen die het schrijverschap doet rijzen.
G. van de Walcheren, Scherven langs de hemel. f 8.90.
V. van Vriesland, Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen. Deel I. 1100-1900. f 18.50.
W.H. Stenfert Kroese, Meesters der Ierse vertelkunst. f 7.50.
A.H. Hammacher, Stromingen en Persoonlijkheden. Schets van een halve eeuw schilderkunst in Nederland. 1900-1950. f 14.90.
Van M. Nijhoff, 's Gravenhage.
W.S. Heckscher, Sixtus IIII Aeneas Insignes Statuas Romano Populo Restituendas Censuit. 47 blz. f 1.50.
Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleraarsambt aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
Drs. J.F. Posthuma e.a. Tien jaar oeconomisch leven in Nederland. Herstelbank 1945-1955. 332 blz. f 10. -.