K.H.R. de Josselin de Jong
5 mei: zij
Zij hebben de muren gebeukt,
Zij hebben de tralies gewrikt,
Zij hebben de schoten geteld,
Zij hebben de zwepen gevoeld,
Maar zwegen: een woord beduidt Dood.
Dit was op de sneeuw van het noorden,
Dit was op het zand van het zuiden,
Dit was op het gras van het oosten,
Dit was op de klei van het westen.
Zij hebben hun ogen gewend,
Zij hebben hun handen gebald,
Zij hebben hun oren bedekt,
Zij hebben hun ruggen gekromd,
Het hart leefde feller dan ooit.
Dit was in de koude der steppen,
Dit was in het vuur der woestijnen,
Dit was in het gif der moerassen,
Dit was in de modder der kampen.
Zij hebben de wanhoop gevloekt,
Zij hebben de honger bespot,
Zij hebben de wonden geduld,
Zij hebben de waanzin getart,
De vrijheid was meer dan hun lijf.
De zee, de hemel, de wolken,
De wind, de sterren, de vogels,
De zon, de bergen, de bloemen,
Zij zijn, zij bleven, zij wachten....
In Mei vonden mannen hun land,
In Mei zochten mannen hun huis,
In Mei grepen mannen hun vrouw,
In Mei riepen mannen hun kind,
| |
Dit was op de sneeuw van het noorden,
Dit was op het zand van het zuiden,
Dit was op het gras van het oosten,
Dit was op de klei van het westen.
In Mei werden ogen herkend,
In Mei werden tranen gedroogd,
In Mei werden handen gestreeld,
In Mei werden lippen gekust,
Het hart was een glimlach van hoop.
Zo ver was de koude der steppen,
Zo ver was het vuur der woestijnen,
Zo ver was het gif der moerassen,
Zo ver was de modder der kampen.
Eén dag zij het levend symbool,
Eén dag zij het durend appèl,
Eén dag zij een machtig verbond,
Eén dag zij een hymne van dank:
|
-
voetnoot+
-
K.C. van Berckel chirurg † 5 September 1944
-
voetnoot+
-
Frits G. Conijn student † 5 September 1944
|