De Gids. Jaargang 117
(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Gerrit Kouwenaar
| |
[pagina 22]
| |
moet ik denken aan een meinacht
die van melkflessen rinkelt
die zegt dat de mens een vlag is
die zegt dat de mens graag melk drinkt
een kachel stookt
een kind streelt een gaskraan opent
een geweer opent
een geblakerd vrouwenbekken stukstoot
een kalkoven exploiteert
en radijzen kweekt
men moet denken, zeg ik
aan wat een dode niet is
aan wat zij niet meer zijn
aanwezig om heelhuids
een vrouw te spellen
een kind te planten
om met een goede long te roken
eenzaam te zijn des avonds
in het licht van een stilstaande snelheid -
een mens te zijn
men moet denken, zeg ik
men moet in de wereld lopen
omdat men leeft
een denkend stuk vlees met een bek
een blaffende drukletter die kan bijten
om brood en recht
(de geschroeide huid van het stenen pamflet)
en voor het woord mens
(het lijf van de vrede)
men moet denken aan de doden
omdat men nog mens is en leeft.Ga naar voetnoot+
|