De Gids. Jaargang 117(1954)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 256] [p. 256] Willem Brandt Berg-kampong Bemoste daken als oeroude dieren te-rusten in de flanken van een dal, onder de blauw doorweven hemelval waaruit de hete moessonwinden gieren. Het eenzaam volk hurkt zwijgend om het vuur, de dagen komen, sterven en verdwijnen, men legt zich neer op het getelde uur wanneer de vlammen aan de wanden schijnen. Maar soms neemt iemand in de dageraad zijn bundel en verlaat zijns vaders schuren. Niemand die naar hem vraagt, over hem praat, men schikt zich dichter om de hoge vuren. Als hij na jaren weerkeert, even arm, bedekt met wonden uit de grote steden, vindt hij de vuren even rood en warm en vrouwen die zijn zieke lichaam kneden. Iemand wijst hem de helling aan waar hij zijn rijst zal planten in de vroege uren. De revoluties komen, gaan voorbij, men zwijgt en rust rondom de rosse vuren. Vorige Volgende