zoekt ze te redden en hun prestige te herstellen.’ Dit klinkt wel heel anders dan wat dezelfde Ehrenburg in het begin van 1951 verkondigde en als wij dan verder nog opmerken dat, de Sowjetpers met bepaald opvallende zorg een ongeveer gelijke plaatsruimte reserveerde voor berichten van de Wereldvredesraad en van de V.N., dan kunnen we niet ontkomen aan de gevolgtrekking, dat er tussen begin en eind 1951 toch op zijn minst genomen een koerswijziging ten aanzien van de V.N. bij het Politbureau is opgetreden, een koerswijziging, die - het spreekt vanzelf - alleen al door het feit, dat hij er is, betekenis moet hebben voor de verhouding tussen Oost en West, d.w.z. die verhouding in gunstige, want positieve zin, moet beïnvloeden.
Nu moeten we aan de andere kant in gevallen als dit altijd oppassen voor ‘wishful thinking’. Deze zwenking in de Sowjetpolitiek betekent niet meer dan dat het Kremlin voorlopig zijn plannen om uit de V.N. te treden heeft opgegeven; de naald van de barometer van de Russische politiek is om zo te zeggen van ‘regen en wind’ naar ‘veranderlijk’ gegaan. Dit hebben we bevestigd kunnen zien in een analyse van de redevoeringen, enz., die op het Al-Russische Congres van de Sowjetvoorstanders van de vrede, dat van 27-29 November in Moskou bijeen is geweest, zijn gehouden. Zeker, er is daar agressieve taal gesproken tegen de oorlogswil en -voorbereidingen van het Westen, maar vergeleken bij wat in deze kringen tot dusver normaal mocht heten, deed de hele teneur van dit Congres toch ietwat slap, wat bleekjes aan. Zo alsof er een parool was uitgegeven, om vooral niet te ver te gaan, niet te veel te zeggen, er zat iets van halfslachtigheid, van aarzeling in het hele geval. M.a.w. ook hier stond de barometer op veranderlijk, geen wonder, waar hetzelfde politieke weer in Moskou de stand van beide barometers tot op een millimeter nauwkeurig bepaalt.
Een ander ding, dat mij is opgevallen en dat mij de moeite van het vermelden waard lijkt, is het volgende. Aan de Alg. Vergadering der V.N. te Parijs zijn de verkiezingen in Engeland vooraf gegaan, zij hebben Churchill en Eden aan het roer van de buitenlandse politiek gebracht. Zou dit ook iets te maken kunnen hebben met de vooruitgang van de barometer in Moskou? Het lijkt mij helemaal niet onwaarschijnlijk. Stalin kent Churchill en hij weet bovendien, dat de Engelse prime minister niets liever wil dan de kennismaking te komen hernieuwen. En ook van Anthony Eden is bekend, dat hij een toenadering tussen Oost en West allesbehalve voor onmogelijk houdt en bereid is, om zijn grote diplomatieke gaven te gebruiken, om zo'n toenadering tot stand te brengen. Zou het dan zo'n wonder zijn, dat het Kremlin besloten had om nu eerst maar eens