De Gids. Jaargang 115(1952)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Jan G. Elburg Zomer Met twee linkerhanden boetseert de zon de aarde. alles gaat scheef door het lachen der lichamen. ik ben veel te blauw van binnen. mijn ingewand zamelt te veel liefde en luide kreten. o de snaakse waardigheid van de dagen. o de aardigheden van het aambeeld water. wij moeten wel jongen. van grote liefde een huis werpen uit schelpen en zand. een naakt klateren. nu dommelt de grote blonde vrouw nog met garnalenvuur. nu zondert het havergroen gras zich nog af in de zomer. wij zouden wonen kunnen in stokrozen. in onze stem: gewone boomrovers. loverkielen met een rood lachend hoofd er boven. elke struik een tuin. wij willen buiten muiten uit zijn met aarde de witte wolken betalen. er is een getij als een glimlachend afrika over dalen en glasdaken van warmte. Vorige Volgende