De Gids. Jaargang 115(1952)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Jan G. Elburg Liefste omdat de winter een kwaad seizoen is Over ons voortbestaan wordt beslist bij handopsteken van verkeersagenten en sneeuw. ik maak mij warm met waar praten omdat in je gezicht je ogen staan als twee bevende boeketjes. dit stempelt mij met een gloed van haast en met lippen met mijn naam van jezus ertussen. met herinnering aan kushanden. overwinterend in mijn keel stoor ik mij met hergezichten. netels hart heb ik en over van mijzelf. onder het kaarslicht van een winterhemel hoor ik mijn mensen. ik ent mij op mensen messen hoogmoed spelletje voor vingers en vindersloon en loopsheid brood en ander eten. [pagina 30] [p. 30] ere wie mij toekomt een lang hert een karyatide van korenschoven een geloof van aanwrijven muren in en uit het liefde leven van de helft dezer eeuw een levende deense ondersteek van vlees voor mijn teveel een hese hinde van heel snelle benen een afrekening. er is haast geen tijd meer om te bekomen van ons gevoel voor seizoenen. ik verkavel mij rakelings aan het hart voorbij. er is veel haver in mijn handen lievekoe. er gaan paarden van waarheid staan. haper nu. laat de koude beschaamd staan buiten. Vorige Volgende