De Gids. Jaargang 114(1951)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] Jan G. Elburg Ik... Ik zou kakelen moeten om de dag bij de rest van mijn leeftijd te leggen: een vlam als een meeuw, die de ochtend was, walmt als vergeten gebraad. Een man vult een mand die zijn leven is met ach en vergane avonden, met een laag van onmacht en een laag nacht. Een man slaapt vrouwen, een man slaapt zijn vuur, verschuivend naar een ver uur alle verwachting. Ik zou mijn verlangen moeten plukharen tot een kale loopvogel, die broedt op een speeldoos, op een pijpekop rookdromen, op niets en die denkt dat het warm is: ik ben verlangen. Ik heb wangen doorpriemd met de naald van mijn dagen, een mond aan de vaalt van de mening der mensen, wensen, een zoutvat bevelen en een betrest uniform ribben en vel. Ik heb niets en ik weet het wel. Ik zou mij langzaamaan rijp moeten schilderen: een sterke kleur over een siddering onuitroeibare onmacht: ik zou moeten doen of ik zing, maar ik zink. Vorige Volgende