De Gids. Jaargang 113(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 352] [p. 352] Pierre Kemp Voor een laatste ruit Het masker van mijn kind staat nog in mijn gelaat gedreven. In peinzend speuren vind ik er het weefsel van de snikken van mijn leven. Nu bespied ik mij voor een laatste ruit en zie hoe mijn kind weet geen in meer, noch uit! Het wil zijn masker nog niet voor een doodskop geven. Maar die topographie van mijn huid rond mijn ogen? Ruit! Ruit!! Ruit!!! Zeg mij dat toch niet zó! Ik heb niets gedaan om zo schandalig voor jou, Ruit, te staan! Want ik voel en erken geen schuld! Ik heb mijn dagen in ongeduld met het stille pleizier der seizoenen gevuld. Nog sta ik met die obsessie van dat masker van mijn angstig kind voor die ruit. Ik troost 't met mijn ogen van oude man, maar telkens en telkens hervind ik het ontzet in mijn gelaat en het wíl er niet uit, tenzij, als wij straks in de Dood moeten staan wij voor altijd daar blijven samengaan. Ik knik: ja, terwijl ik in iedere wang verschiet en treur: neen, want ook dit geloof ik niet. Vorige Volgende