De Gids. Jaargang 113(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Gerrit Achterberg Parhelium De gouden morgen waast tot werklijkheid. Hier voor mijn voeten sta ik afgebeeld, zo dun van leven, dat het weinig scheelt of ik kan nog verwisselen en tijd uitschakelen, voordat ik weer verslijt aan deze schaduw, die mij mededeelt aan heel de wereld, tot ik ben verspeeld naar alle kanten en mijzelve kwijt. Ogenblik van de dag, waarop het licht nog dubbelzijdig en doorzichtig is, zodat het lot aarzelt om in te gaan bij het bekende beenderengewricht; om weer vanouds het hart te laten slaan en weer het hoofd doen gissen wat het is... [pagina 29] [p. 29] gerrit achterberg Mascotte Gij hebt uzelve in mij losgesteld en kunt deelhebben aan de vogelvlucht. De afstand naar het zuiden is geducht, maar gij hebt alle steden opgeteld. Gij kent van elke gorge het geweld en van de dalen het kleinste gehucht. Een reis is als je terug bent maar een zucht, doch in uw adem nimmer uitverteld. Dal van de Loup, de Var en de Tinée; ingangen die ik open heb zien gaan... Spin langs de draden der téléférique klom ik uw duizel in tot bij de sneeuw en gleed op ski's de lange witte baan u tegemoet in suizende muziek. Vorige Volgende