De Gids. Jaargang 112(1949)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] Satyr Zijn hart gegrepen in een duister lied, zijn ogen zien de eerste sterren niet, zijn lippen pijpend fluiten van de dood, zijn hand gevuld met al wat aarde bood. Hij sluipt en in zijn voetspoor 't gras verschroeit, geen bloem die naast zijn hete adem bloeit, geen tak geen twijg die in de avond bidt, geen vogel meer die nog een keel bezit. Er springt geen bron meer uit het dorre land, de blanke beken zijn verdroogd, verzand, de wind is zonder stem en scherp en schraal, de mensen zwijgen aan het avondmaal. En als de bokspoot stampt, heel dof en blind, grijpen bevreesde moeders naar hun kind, boerinnen slaan een veelomvattend kruis over hun vee, hun land en hof en huis. A.M. Chamalaun Vorige Volgende