[Bericht van de redactie]
Ons land is in deze dagen getuige van een zeldzame gebeurtenis, die ieders gedachten vervult. Vijftig jaar lang heeft Koningin Wilhelmina het Rijk geleid en al leidende gediend. Zij heeft het gedaan in jaren van vrede en voorspoed, die ons nu als een idylle voorkomen, onder dreiging van oorlog daarna, toen in een ontredderde wereld en ten slotte onder rampen, die ondergang schenen te zullen brengen. Onder al die wisselvalligheden bleef zij Haar hoge roeping getrouw en Haar geestkracht scheen met het gevaar te groeien.
De herdenking van deze halve eeuw regeerbeleid valt samen met Haar afscheid. Dat ontneemt aan Haar jubileum het element van feestelijkheid, maar stoort overigens de gevoelens, waarmede wij het beleven, niet. Het is bitter, een levenstaak ontijdig te zien afbreken, niet haar volbracht te zien neerleggen. Wanneer Zij tien jaar geleden heen was gegaan, zou dat wellicht ook gezegd zijn, maar, zoals wij nu weten, ten onrechte. Want eerst door de gebeurtenissen, die sindsdien over ons zijn gekomen, is het beeld, dat in het hart van ons volk van Haar zal voortleven, tot volledigheid gegroeid. Toen zij in de Meidagen van 1940 het land verlaten had, om het te kunnen blijven dienen, was Haar stem, die door de radio in tal van Nederlandse woningen doordrong, aldra een aanmoediging tot krachtdadig verzet. Van Haar gescheiden voelde ons volk zich eerst ten volle met Haar verbonden.
De aard van vorstelijke successie laat nooit een afscheid verlopen zonder dat een welkom er onmiddellijk op volgt. Vervuld van dankbaarheid om wat Koningin Wilhelmina voor ons land geweest is, begroeten wij Koningin Juliana met alle vreugden van de hoop. Beschouwden wij Haar Moeder met een eerbied, die niet zonder genegenheid was, Haar treden wij tegemoet met een liefde, waaraan het respect niet ontbreekt. Moge het ook Haar gegeven zijn, Haar persoonlijkheid in de vervulling van de hoge taak, die Haar wacht, volledig te ontplooien.
Redactie