De Gids. Jaargang 107(1943)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [Nummer 1] Gedichten Zomerreis Weer rijst het oud kasteel, wit uit vers groen. In alle vensterschijven stralen zonnen. Het keurig pad deelt 't gras in twee gazonnen. Niets is veranderd, alles bleef als toen. Alleen de tuinman in blauw boezeroen heeft mooglijk aan grijs haar en ernst gewonnen. En toch weet ik de reis vergeefs begonnen, ook al schijnt alles nog te zijn als toen. Ik haal 't verkreukeld kiekje uit mijn zak en weet dat ik het ben, aan het gelaat: Een jongen in een wit matrozenpak, die stapvoets langs het smalle grindpad gaat. Maar 't beeld blijft een dood beeld, dat koud en vlak tussen mij en de witte jongen staat. [pagina 2] [p. 2] Annuntiatie Er spelen schaduwen om 't huis; er klimt een zingen in de bomen, van kinderliederen; en dromen gaan open met een zacht geruis van viltpantoffels: Fluisteringen van kleine voeten en 't karpet; het leven keert in dode dingen, in duistre hoeken weggezet, en vrolijk klinkt het strakke kraken van schommelstoel en hobbelpaard; van trekkar met gebroken spaken, op zolder lang om niet bewaard.... H.J. van Tienhoven Vorige Volgende