De Gids. Jaargang 104
(1940)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 267]
| |
Twee gedichten van Garcia LorcaI
| |
[pagina 268]
| |
Ik de riem met de revolver
En zij haar vier witte lijfjes.
Geen bloemblad en geen schelpglans
Bestaat er, zoo glad als haar huid,
Geen glas is in het maanlicht
Glanzender dan deze glans.
Haar dijen ontglipten mijn hand
Als snelle visschen die schrikken,
Half was het gloeiende hitte,
En half was het steenkoud vleesch.
In dezen nacht reed ik voort
Op de beste van alle wegen,
Op een veulen van perlemoer
Zonder stijgbeugel en teugel.
Als man zijnde zwijg ik liever
Over wat zij tegen mij zei.
Veel ervaring heeft mij geleerd
Liever bezadigd te blijven.
Klevend van zand en zoenen
Nam ik haar van de rivier mee.
Daar zag men met den wind strijden
De scherpgebladerde lelies.
Ik deed als de man die ik ben,
Als een geboren zigeuner.
Ik gaf haar een naaimand cadeau,
Groot, gevoerd met strookleurig satijn,
Maar ik werd niet op haar verliefd
Omdat zij, die wist wat een man is
Tegen mij zei, ze was nog een meisje,
Toen ik haar mee naar de rivier nam.
| |
[pagina 269]
| |
II
| |
[pagina 270]
| |
Hier wenschte ik ze te zien. Hier aan de voet van den steen.
Hier tegenover dit lijk met de verbrijzelde lenden
Wil ik weten van hen waarheen hij den uitweg kan vinden
Deze man van het zwaard, die verslagen is door den dood.
Van hen wil ik hooren een klacht, als van stroomend water
Dat zachte nevelen heeft en diepverborgene bochten,
Om Ignacio's lichaam te dragen waar het vergaan kan
Zonder dat hij langer geloei van de stieren aanhoort.
Laat het vergaan in de ronde arena van 't maanlicht
Zooals in helderen nacht de jonge stieren het zien
Laat het vergaan in den nacht waarin de visschen stom zijn
En het witte geboomt van den rook in de kou opgroeit.
Laat niemand dit gezicht verbergen met bleeke doeken,
Maar dat ieder den dood aanzie en er zich aan gewenne.
Ga Ignacio, en vergeet de heete asem der stieren
Slaap thans, vlucht heen, rust u uit. Want eenmaal sterft zelfs de zee.
Garcia Lorca
(vertaling J.W.F. Werumeus Buning) |