De Gids. Jaargang 102(1938)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] Mei De groene polders liggen laag in zon, op 't roode dak gaan nu de spreeuwen broeien, ik zie een reiger aan den hemel roeien naar 't nest dat dons-gepluimde jongen won. Het is de Mei die de tapijten spon waar groen en wit en geel dooréénen vloeien en 't is de Mei die 't ijle groen doet gloeien van boompjes-rij aan lichten horizon. De stad zoomt ver, de dunne pijpen rooken, een grillig monster dat met steen en smoken geen polderland of lentewei verschoont; daar haasten zich de opgejaagde dwazen in grauwe straten waar de motors razen: gelukkig hij die aan de stadsgrens woont! - François Pauwels Vorige Volgende